Revisieverzoek

Moderamen tóch voor vrede

Hans Bügel  

Nadat het moderamen van de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken in eerste instantie had laten weten, om meerdere redenen zoals beschreven in de vorige Vrije-Interpretatie, niet te willen voorleggen aan de synode, is het moderamen op zijn standpunt teruggekomen. Dat stemt tot dankbaarheid. Niet in de minste plaats omdat ook het moderamen mijn motief voor het revisieverzoek onderschrijft, namelijk dat het revisieverzoek is ingegeven door het belang ‘om tot het uiterste de vrede in de kerken te dienen’. 

Onbehoorlijk kerkelijk bestuur

Hans Bügel  

In de vorige Vrije-Interpretatie is er de vinger bij gelegd dat met het laatste synodebesluit er sprake is van het uitspreken van een machtswoord dat zich verheft boven Gods Woord. het moderamen lijkt zich bij het besluit van 28 maart 2025 neer te leggen, blijkens haar brief aan alle kerkenraden van 3 april 2025. Het besluit van 28 maart 2025 geeft echter blijk van onbehoorlijk kerkelijk bestuur. Het synodebesluit is namelijk niet rechtsgeldig, omdat het besluit in strijd is met de kerkorde. Een dergelijk besluit kan daarom niet voor vast en bondig worden gehouden. De synodevergadering dient haar fout te herstellen door alsnog de agenda van de vergadering af te werken, zoals het hoort; dat is zij aan haarzelf, aan de kerken, maar boven alles aan de Heer van de kerk, verplicht.

Moderamen weigert

Hans Bügel  

Inmiddels heeft het moderamen van de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken afwijzend gereageerd op het op 19 mei 2025 ingediende revisieverzoek. Uit de motivering om het revisieverzoek niet in behandeling te nemen als moderamen blijkt dat het moderamen aan het synodebesluit van 28 maart 2025 vasthoudt ondanks dat het besluit in strijd is met geldend kerkrecht. De motivering van het moderamen is ondeugdelijk, ondermaats en een moderamen onwaardig. Dat laat onverlet de oproep aan het moderamen om zelf met een voorstel te komen voor de vergadering van 3 juni 2025 dat erin resulteert dat de synode in overeenstemming met haar Huishoudelijk Reglement de agenda afwerkt zoals te doen gebruikelijk is. Dat is in het belang van de direct betrokkenen en in het belang van het kerkgenootschap in het algemeen. 

Revisieverzoek

Hans Bügel  

In de Vrije-Interpretatie ‘onbehoorlijk kerkelijk bestuur’ is het synodebesluit van de Christelijke Gereformeerde Kerken van 28 maart 2025 bekritiseerd, omdat het besluit in strijd is met het kerkorde en fundamentele  (rechts)beginselen. De synode handelt daarmee onbehoorlijk, omdat zij, met haar besluit, kerkelijke bestuurlijke wanorde creëert. Een synode die kerken oproept om terug te keren naar de bedding van de besluiten die zij voor vast en bondig houden, handelt niet geloofwaardig door zelf een besluit te nemen dat in strijd is met het gereformeerde kerkrecht, in het bijzonder de kerkorde, maar ook haar eigen Huishoudelijk Reglement. Dat is niet in het belang van het behoud van de eenheid van het kerkverband. Daarom is er op 19 mei 2025  formeel een revisieverzoek tegen dit besluit bij het moderamen ingediend. Met dit revisieverzoek wordt beoogd dat het besluit van 28 maart 2025 door de synode wordt herroepen. 

Kleur bekennen

Hans Bügel  

Het was de bedoeling om na de Vrije-Interpretatie: ‘Moderamen kiest tóch voor vrede’ geen nieuwe Vrije-Interpretatie meer te publiceren over de generale synode voor 3 juni 2025. Dat veranderde echter door een reactie op de laatste Vrije-Interpretatie. Daarin werd gewezen op gebeurtenissen bij de classis Den Haag, die in verband kunnen worden gebracht met en relevant zijn voor de ontwikkelingen ter synode, in het bijzonder ten aanzien van het revisieverzoek. Die gebeurtenissen kunnen als verontrustend worden aangemerkt. Tijdens de classisvergadering in Den Haag weigerden namelijk een aantal predikanten mee te doen aan een stemming over de afvaardiging naar de Particuliere Synode in verband met de situatie in het kerkverband.

Prisma van de vrede

Hans Bügel  

an verschillende zijden kwam de vraag op in hoeverre een kort geding geoorloofd is om de synode te dwingen zich uit te laten over een ingediend revisieverzoek dat als zeer dringend geval alsnog geagendeerd moet worden. Tevens rijst de vraag of een rechtsgang geen schade doet aan de eer en goede naam van onze Heer. Daarnaast is het de vraag  of 1 Korintiërs 6 eraan in de weg staat om een kerkelijk geschil aan de wereldlijke rechter voor te leggen. Deze vragen spelen vermoedelijk ook een rol bij afgevaardigden in de beoordeling van de vraag of er  steun kan worden gegeven aan het verzoek van de revisant om zijn revisieverzoek alsnog te agenderen.

Revisieverzoekschrift d.d. 19 mei 2025


Generale Synode van de Christelijke Gereformeerde kerken in Nederland

T.a.v. het Moderamen

De weleerwaarde broeder ****

 

Uitsluitend per e-mail: ****

 

Dronten, 19 mei 2025

16000/jrb

Betreft: Revisieverzoek tegen het besluit d.d. 28 mei 2025

 

Revisieverzoek

 

Weleerwaarde broeder,***

 

Bij deze stelt belanghebbende, ***, wonende te ***, aan het adres ***, revisie in tegen het besluit van de generale synode van Rijnsburg 2024 d.d. 28 maart 2025 betreffende conditionele sluiting van de synode. Belanghebbende verzoekt de generale synode dit besluit te wijzigen zijnde de herroeping van de besluiten betreffende de conditionele sluiting.

 

Beweegreden van dit revisieverzoek

  1. De motivatie voor dit formeel- kerkrechtelijke revisieverzoek is de bewogenheid met en de liefde voor de Christelijke Gereformeerde Kerken. Er is door het besluit van 28 maart 2025 bestuurlijke kerkelijke wanorde ontstaan die niet dienstbaar is aan de kerken en de voortgang van het Evangelie. Er is geen andere mogelijkheid om tegen het besluit van 28 maart 2025 op te komen, zodat - in het belang van de kerken - anders dan door dit revisieverzoek. Daarmee is het ook een dringend appèl om de eenheid te bewaren door als kerken elkaar te verdragen, omdat dat in Bijbels perspectief in redelijkheid van de kerken kan worden gevraagd. De liefde voor Christus en Zijn kerk drijft tot dit revisieverzoek. 

 

Dringend geval

  1. Op 28 maart 2025 heeft de synode het volgende besluit genomen:

    De synode van Nunspeet-Rijnsburg 2024-2025 conditioneel te sluiten.
    Het moderamen krijgt het mandaat de synode opnieuw bijeen te roepen in juni 2025 wanneer aan beide of één van de volgende condities is voldaan: 

    a. wanneer blijkt – na overleg met adviseurs – dat er dossiers zijn waarop besluiten onontkoombaar nodig zijn; 

    b. wanneer kerken in groten getale aangeven terug te zullen keren binnen de bedding van de genomen synodale besluiten die vast en bondig zijn, wanneer zij eerst daarvan zijn afgeweken.
    Wanneer aan deze condities niet wordt voldaan de synode bijeen te roepen op 3 juni 2025 om zonder inhoudelijke bespreking de synode te sluiten.

  2. Een synode die veel waarde hecht aan gebondenheid aan haar kerkrecht, de kerkorde en haar besluiten, is het aan haar stand verplicht haar eigen besluiten, die daarmee in strijd zijn, te herroepen; zeker als zij door middel van een revisieverzoek daarom wordt gevraagd, zelfs als het moment waarop dat verzoek wordt gedaan ongebruikelijk is.
  3. Hoewel de termijn waarop voor het indienen van inkomende stukken verstreken is, is er een dringende noodzaak voor de synode om dit verzoekschrift in behandeling te nemen als ingekomen stuk. Het huishoudelijk reglement van de generale synode bepaalt, ex artikel 10, dat de synode, in zeer dringende gevallen met tweederde meerderheid, kan besluiten later ingekomen stukken alsnog in behandeling te nemen. Omdat het besluit van 28 maart 2025 van de generale synode in strijd is met het geldende kerkrecht, zijnde de kerkorde en in het bijzonder het huishoudelijk reglement, is er sprake van een zeer dringend geval. 

 

Revisietermijn

  1. Ofschoon de revisietermijn voor personen en kerkenraden, ex artikel 3.6 IRRA, aanvangt een maand nadat het besluitenboekje van de desbetreffende Generale Synode verschijnt, en er nog geen besluitenboekje is waarin de besluiten onder randnummer 1 is opgenomen, is er een spoedeisend belang om voortijdig revisie in te stellen tegen deze besluiten.
  2. Feit is dat de besluiten onmiddellijke werking hebben en zijn geëffectueerd. De synode is inmiddels conditioneel gesloten, terwijl, als niet aan één of beide voorwaarden 2a en 2b wordt voldaan, de synode zonder inhoudelijke bespreking wordt gesloten.
  3. Een revisieverzoek indienen overeenkomstig de revisietermijn van artikel 3.6. IRRA zou illusoir zijn, omdat immers dan het besluit de facto ten uitvoer is gelegd. Het revisieverzoek zou - met inachtneming van de aanvang van de revisietermijn - pas op de eerstvolgende generale synode kunnen worden behandeld, terwijl bij gegrondverklaring van het revisieverzoek dat geen materieel effect kan hebben, omdat de generale synode 2024 niet met terugwerkende kracht kan worden heropend.
  4. Uit de toelichting op de IRRA blijkt dat de christelijke gereformeerde kerken zoveel als in haar vermogen ligt, recht willen doen, ongeacht hoe daar buiten de kerk over wordt gedacht. Eén van de uitgangspunten van de IRRA is daarom dat onnodige formalismen moeten worden vermeden. Het is de bedoeling van de procedure dat de kerkelijke vergadering beslist over de vraag waar het echt om gaat.
  5. Het is tegen deze achtergrond dat revisant van oordeel is dat niet de formele revisietermijn bepalend is voor de vraag of dit revisieverzoek kan worden behandeld door de huidige generale synode, maar de bedoeling van deze revisietermijn. De revisietermijn is bedoeld om rechtszekerheid te waarborgen. De revisietermijn moet voorkomen dat er revisie van een besluit wordt gevraagd op een moment dat redelijkerwijs niemand daarmee nog rekening hoeft te houden. Daarnaast is het van belang dat belanghebbenden duidelijkheid hebben vanaf wanneer en tot hoelang in ieder geval revisie van een besluit kan worden gevraagd. In het licht van het uitgangspunt in de IRRA dat onnodig formalisme moet worden vermeden; de belangen van de (potentiële) belanghebbenden, waaronder de generale synode zelf en revisant, worden in dit geval niet benadeeld om welke reden de redelijkheid en billijkheid met zich meebrengen dat de generale synode dit revisieverzoek in behandeling kan nemen.

 

Bevoegdheid 

  1. De generale synode is bevoegd kennis te nemen van dit revisieverzoek. Ex artikel 4.1. IRRA heeft iedere belanghebbende het recht een revisieverzoek in te dienen tegen een besluit. Een revisieverzoek kan alleen worden ingediend tegen een primair besluit, niet tegen een appèlbesluit.
  2. Als belanghebbenden worden, ex artikel 1.6. IRRA, aangemerkt: ieder (doop of belijdend) lid dat en de kerkelijke vergadering die door een besluit in zijn belang wordt getroffen. Revisant is belijdend lid van de CGK Dronten en wordt door het synodebesluit in zijn belang getroffen. Op de agenda staan onder andere nog een drietal revisieverzoeken, die aan de breedte van het kerkelijk leven raken en daarmee ook aan het eigenbelang van revisant. Revisant is van oordeel dat in het belang van kerkelijke eenheid, dat gestalte kan krijgen door een geassocieerd lidmaatschap van de Raad van Kerken, terwijl de besluiten over de nationale synode ook in de weg staan aan het zoeken van eenheid. Bovendien is het in algemene zin in het belang van revisant dat de agenda van de generale synode inhoudelijk wordt afgehandeld, omdat dit in het belang is van het goed functioneren van het kerkverband waarvan revisant lid is.
  3. De besluiten van 28 maart 2025 - verder te noemen: het besluit - betreffen primaire besluiten. Het besluit betreft immers het oorspronkelijke besluit van een kerkelijke vergadering - zijnde de generale synode-, dat voorwerp is van de revisieprocedure, ex artikel 1.2. IRRA. 
  4. Dit revisieverzoek betreft een verzoek, ex artikel 1.3, tot wijziging van een primair besluit van een kerkelijke vergadering, de generale synode, zijnde dezelfde kerkelijke vergadering die het besluit op 28 maart 2025 heeft genomen.

 

Ontvankelijkheid

  1. Hoewel de aanvang van de revisietermijn van een synodebesluit, ex artikel 3.6. IRRA, een maand is, nadat het besluitenboekje van de desbetreffende GS verschijnt, kan  de generale synode toch dit revisieverzoek ontvangen. Zoals in de inleiding van dit revisieverzoek reeds uiteengezet, brengen de redelijkheid en billijkheid met zich mee dat de generale synode dit revisieverzoek inhoudelijk behandelt. De aard, strekking en inhoud van het besluit brengen met zich mee dat het besluit alleen effectief kan worden gewijzigd als de generale synode die het besluit nam, het revisieverzoek in behandeling neemt voordat haar besluit ten uitvoer is gelegd, wat immers inhoudt dat de generale synode definitief is gesloten en deze generale synode definitief haar agenda niet meer zal afwerken. Het brengt onevenredig nadeel toe aan het belang revisant, dat een formele benadering van de revisietermijn in dit geval, in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, omdat het kerkrecht in het algemeen en de IRRA in het bijzonder beogen alles in de kerk in goede orde te laten verlopen, ex 1 Cor. 14:31. Het doel van alle regels en besluiten is om de orde te bewaren. In dat licht staan ook de regels van de IRRA, waarbij de revisietermijn vooral wordt ingegeven door rechtszekerheid en rechtsbescherming. Zowel de kerkelijke vergadering die het primaire besluit nam als de revisant hebben daarbij belang. De kerkelijke vergadering mag zekerheid krijgen over de vraag of haar besluit definitief is geworden en niet meer vatbaar is voor bezwaar c.q. revisie of beroep. De belanghebbenden hebben er belang bij om te weten dat en vanaf wanneer en tot hoelang zij bezwaar kunnen maken c.q. revisie kunnen vragen van het litigieuze besluit, zodat zij zekerheid hebben dat hun bezwaar of revisie wordt behandeld. Het biedt tevens rechtsbescherming aan belanghebbenden omdat zij zich kunnen beroepen op de revisietermijn die een verplichting geeft aan de kerkelijke vergadering die het primaire besluit heeft genomen.
  2. Om voornoemde redenen zijn er voldoende feiten en omstandigheden in dit specifieke geval, die het ontvangen van dit revisieverzoek door de generale synode rechtvaardigen. Er vindt geen benadeling plaats van derden en de generale synode zelf. Het ontvangen van dit revisieverzoek beantwoordt ook aan de bedoeling van de kerkrechtelijke procedure om te komen tot een inhoudelijke beoordeling van de bezwaren en niet te vervallen in formalisme.

 

Gronden van revisie

  1. Revisant stelt voorop dat het toetsingskader van revisieverzoeken in de IRRA is dat revisant dient te bewijzen dat het bedoelde besluit op grond van strijd met Schrift, belijdenis, kerkorde of in redelijkheid niet genomen had mogen worden. Of anderszins dient hij een of meer elementen aan te dragen die bij het besluit buiten beschouwing waren gebleven of onvoldoende waren overwogen.
  2. Revisant meent dat het besluit in strijd met het kerkrecht is genomen. Tot het kerkrecht rekent revisant onder andere de kerkorde, de IRRA, synodale besluiten, maar ook het huishoudelijk reglement. 
  3. Voor zover van belang bepaalt het huishoudelijk reglement ex artikel 16:

Sluiting van de synode 

Een generale synode kan: 

a. provisorisch gesloten worden, indien vaststaat dat voor afhandeling van in behandeling zijnde zaken de synode op een later tijdstip, voor de volgende synode zal hebben samen te komen; 

b. conditioneel gesloten worden, indien niet vaststaat dat voor in behandeling zijnde zaken de synode tussentijds nog samen zal moeten komen, maar men met de mogelijkheid ernstig rekening dient te

houden.Blijkt het niet noodzakelijk, dan geldt de conditionele sluiting voor definitief; 

c. definitief gesloten worden, indien alle agendapunten zijn afgehandeld. De definitieve sluiting zal plaatsvinden in een openbare zitting, na een toespraak van de preses, met Schriftlezing en dankgebed.

  1. Het besluit bepaalt in lid 1 de synode van Nunspeet-Rijnsburg 2024-2025 conditioneel te sluiten. Echter, de synode kan alleen conditioneel sluiten als niet vast staat dat ‘voor in behandeling zijnde zaken’ de synode nog tussentijds samen zal moeten komen. De zaken waarover het hier gaat, zijn de agendapunten zoals bedoeld in artikel 16 sub c zijnde de definitieve sluiting van de synode nadat alle agendapunten zijn afgehandeld. Deze agendapunten zijn in de eerste vergadering van het moderamen vastgesteld waarbij het moderamen onder meer bepaalt welke agendapunten rechtstreeks in plenaire zitting van de synode in behandeling zullen worden genomen en welke door commissies van onderzoek en rapport voor de behandeling dienen te worden voorbereid, alsook welke in comité zitting zullen worden behandeld. Uit het geheel als uit de verschillende artikelen van het huishoudelijk reglement op zichzelf blijkt dat de synode gebonden is om alle agendapunten inhoudelijk te behandelen voordat de vergadering definitief kan worden gesloten. Artikel 16 lid b maakt hierop een uitzondering, in die zin dat voor in behandeling zijnde zaken het onzeker is of de synode nog moet samenkomen om die in behandeling zijnde zaken alsnog af te handelen. Dat ziet dus op een situatie waarbij in beginsel alle agendapunten door de synode zijn behandeld, maar dat ten aanzien van één of meerdere agendapunten onzekerheid bestaat of die in voldoende mate zijn afgehandeld of dat daarvoor de synode ter finale afhandeling toch nog een keer zal moeten samenkomen. Dat heeft dus direct te maken met de agendapunten zelf, terwijl de voorwaarde ziet op de vraag of voor de definitieve afhandeling van dat agendapunt het noodzakelijk is de synode te heropenen. De voorwaarden kunnen niet ergens anders betrekking op hebben.
  2. Het staat vast dat op 28 maart 2025 nog niet alle agendapunten waren afgehandeld. Een aantal agendapunten moet zelfs nog in behandeling worden genomen, want daar was de synode nog niet aan toegekomen. Die stonden gepland voor de derde vergaderweek. Er kan geen twijfel over bestaan dat op 28 maart 2025 het vaststond dat voor afhandeling van in behandeling zijnde zaken de synode op een later tijdstip, voor de volgende synode, zal hebben samen te komen, namelijk om de resterende agendapunten af te handelen. Alleen al om deze reden kon de synode niet conditioneel worden gesloten, maar enkel provisorisch.

 

Onoverkomelijke besluiten

  1. Het besluit ex artikel 2a betreft bovendien een voorwaarde waartoe de synode niet bevoegd is. Immers, vaststaat dat het agendum reeds was vastgesteld en er nog agendapunten resteerden die behandeling behoeven. De synode is daarom niet bevoegd om de voortzetting van de synode afhankelijk te maken van onontkoombare besluiten, wat die laatste dan ook mogen zijn. Immers, de reeds vastgestelde agendapunten moeten worden afgehandeld. Het selecteren van agendapunten impliceert dat de synode, tegen haar eigen regels, gebruiken en gewoonte in, agendapunten buiten behandeling laat. Dat leidt tot rechtsongelijkheid en onrecht. Rechtsongelijkheid, omdat bepaalde agendapunten wel en andere agendapunten niet worden behandeld. Daarmee en daardoor wordt er tekort gedaan aan revisanten en appellanten, maar ook aan belanghebbenden die instructies bij de synode hebben ingediend. Daarmee verzaakt de synode haar taak en opdracht.
  2. Daarmee en daardoor wordt er tekort gedaan aan revisanten en appellanten, maar ook aan belanghebbenden die instructies bij de synode hebben ingediend. Daarmee verzaakt de synode haar taak en opdracht. En daarmee leidt de voorwaarde ook tot onrecht omdat revisanten, appellanten en belanghebbenden niet de behandeling krijgen waarop zij, op grond van het kerkrecht, in het bijzonder de kerkorde en de IRRA recht hebben. Met de voorwaarde van het besluit creëert de synode bovendien rechtszonzekerheid niet alleen ten aanzien van de behandeling van agendapunten tijdens deze synode, maar ook ten aanzien van toekomstige generale synodes.

 

Terugkeren naar synodebesluiten

  1. Met betrekking tot de tweede voorwaarde om de synode te heropenen, inhoudende dat kerken in groten getale aangeven terug te zullen keren binnen de bedding van de genomen synodale besluiten die vast en bondig zijn, wanneer zij eerst daarvan zijn afgeweken; geldt nog sterker dan de eerste voorwaarde dat die geen enkele betrekking heeft op in behandeling zijnde zaken. Immers, deze voorwaarde in het besluit ziet uitsluitend op reeds afgehandelde zaken zijnde reeds genomen besluiten.
  2. Daarmee en daardoor gebruikt de synode haar bevoegdheid om de synode conditioneel te sluiten voor een ander doel dan waarvoor zij bedoeld is. Het betreft namelijk een voorwaarde om kerken, die kerkelijke besluiten niet aanvaarden of daarvan afwijkend handelen, te dwingen daarop terug te komen. Deze voorwaarde is daarmee ook in strijd met het geldende kerkrecht, in het bijzonder de kerkorde; het uitoefenen van dwang door een kerkelijke vergadering over kerken is direct in strijd met artikel 85 K.O.. Het verbiedt immers dat de ene kerk heerst over de andere kerk. Het is bovendien in strijd met artikel 30 K.O., omdat deze voorwaarde in strijd is met de kerkelijke wijze waarop zaken op een kerkelijke vergadering moeten worden behandeld. 
  3. Bovendien komt deze voorwaarde in strijd met het belijden van de kerk; in artikel 32 NGB belijdt de kerk dat zij geen besluiten aanvaardt die in strijd zijn met het geweten. Door de voorwaarde te stipuleren dat de synode alleen nog vergadert als kerken zich houden aan/terugkeren tot besluiten waarmee afwijkende kerken gewetensnood hebben, dwingt de synode deze kerken tegen haar geweten in te handelen. De voorwaarde is niet anders dan een chantagemiddel dat ongepast en ongehoord is in de kerk.
  4. Tot slot betreft het een onbepaalde voorwaarde, omdat niet gedefinieerd is wat wat onder grote getale wordt verstaan en wie deze omvang bepaalt en waarop dat precies wordt gebaseerd. Ook is onduidelijk aan wie en hoe kerken zouden moeten aangeven dat zij zullen terugkeren in de bedding van de genomen besluiten. Bovendien worden daarmee de kerkelijke besluiten gesteld boven de Schrift en de belijdenis, wat in strijd is met artikel 7 NGB.
  5. Ook de derde voorwaarde is in strijd met het kerkrecht, de kerkorde en in het bijzonder het huishoudelijk reglement van de synode zelf. Het dwingt het moderamen de synode te sluiten terwijl vaststaat dat zij alleen kan worden gesloten als alle agendapunten zijn behandeld. Dat is onbehoorlijk kerkelijk bestuur. Daaraan kan het moderamen in redelijkheid nooit haar medewerking verlenen.
  6. Dit besluit ontregelt het bestuurlijk kerkelijk leven op ongekende wijze; er wordt geen recht gedaan aan revisanten en/of appellanten en de voortgang van het kerkelijk leven wordt onnodig en onrechtmatig bemoeilijkt, omdat instructies uit de kerken of opdrachten van deputaten niet worden beoordeeld en behandeld. Dat betekent dat het kerkelijk bestuur opzettelijk zijn taken verwaarloosd. Er is sprake van kerkelijk onbehoorlijk bestuur. Dat kan zelfs als een onrechtmatige daad worden gekwalificeerd.
  7. Gelet op het vorenstaande komt revisant tot de conclusie dat het besluit van 28 maart 2025 in strijd is met het kerkrecht, en kerkorde en het huishoudelijk reglement, zodat de synode dit besluit niet kan handhaven, maar zal moeten herroepen, omdat sprake is van een onrechtmatig besluit.

 

Conclusie:

  1. Gelet op het vorenstaande komt revisant tot de conclusie dat het besluit van 28 maart 2025 in strijd is met het kerkrecht, en kerkorde en het huishoudelijk reglement, zodat de synode dit besluit niet kan handhaven, maar zal moeten herroepen, omdat sprake is van een onrechtmatig besluit. Revisant concludeert dan ook dat zijn revisieverzoek gegrond verklaard moet worden, de synode haar besluit dient te herroepen en overgaat tot het voortzetten van de synode totdat alle agendapunten zijn afgehandeld als bedoeld in artikel 16 lid d van het huishoudelijk reglement.

Met verzoek:

1. Dit revisieverzoek gegrond te verklaren;

2. het besluit van 28 maart 2025 te herroepen;

3. de agenda van de synode af te handelen als bedoeld in artikel 16 lid huishoudelijk reglement van de synode.