Intimiteit en seksualiteit in het licht van de Bijbel
Het valt niet mee om iets over intimiteit en seksualiteit in de Bijbel te vinden als je het boek Hooglied buiten beschouwing laat. In Genesis 2:25 staat dat Adam en Eva naakt waren maar zich niet schaamden voor elkaar en in Genesis 26:8 staat dat Isaak en Rebekka aan het liefkozen waren. In het boek Hooglied wordt de liefde op poëtische wijze beschreven, in een idyllische setting van twee jonge mensen in het veld. Het is goed denkbaar dat de gebruikte woorden en beelden veel erotischer zijn dan wij in de Nederlandse vertaling bevroeden en sommige uitleggers voor waar willen houden.
Sommige profeten geven wel expliciete beschrijvingen van het liederlijke gedrag van het volk Israël als prostituee, maar geen beschrijvingen van een liefdevolle (seksuele) relatie. De bijbel geeft al met al weinig aanwijzingen voor intimiteit tussen man en vrouw, het is aanwezig maar wordt niet als zodanig benoemd en beschreven. Toch is het van belang om aan intimiteit en seksualiteit aandacht te schenken omdat het voor de hedendaagse (postmoderne) mens wezenlijke zaken zijn. Denk aan de intimiteit zonder seksualiteit (zoals veel verkeringen beginnen) of seksualiteit zonder intimiteit (wat al bijna seksueel geweld in het huwelijk is) en allerlei vormen van seksueel misbruik (al dan niet buiten het huwelijk).
Bij seksualiteit spelen schaamte en macht een sterke rol. Evenzo de culturele context en de publieke moraal. De oorsprong van schaamte over naaktheid valt direct na de zondeval te dateren. ‘Toen begrepen ze dat ze naakt waren. Daarom pakten ze grote bladeren van een vijgenboom, en die bonden ze om hun heupen.’ (Gen3:7) en ’Toen ik U hoorde in de tuin werd ik bang. Want ik ben naakt.’ (Gen 3:9). Bij Noach lijkt de openbare spot over de naakte toestand waarin hij wordt aangetroffen erger dan de voorafgaande dronkenschap (Gen 9:20-27). In Leviticus worden schaamte en schande in één adem genoemd bij alle ongeoorloofde seksuele betrekkingen. Schaamte en schande zijn ook de woorden die wij gebruiken rond seksualiteit die openbaar getoond wordt, dan gaat het over openlijke overspel, over pornografie in woord en beeld en geluid, over stellen die ongegeneerd staan te vrijen in het openbaar. Wie daar ongewild mee geconfronteerd wordt geneert zich, zeker als er anderen bij zijn voelt men zich doorgaans ongemakkelijk.
Seksuele opvoeding hoort aandacht te geven aan de biologie en de psychologie van de seksualiteit. Maar veel jonge mensen halen hun kennis en ervaring op de verkeerde plekken en op de verkeerde tijd. Dat kan heel verkeerd uitpakken. Want seksualiteit heeft ook met macht en machtsmisbruik te maken. En meestal zijn daar meisjes en vrouwen het slachtoffer van; via incest, vrouwenhandel, prostitutie, verkrachting, seksueel misbruik, aanranding, seksisme, pedofilie. Ook homoliefde werd eeuwenlang als seksueel misbruik gezien. De ergste vorm van machtsmisbruik is het verkrachten van vrouwen (en mannen) in oorlogssituaties door de agressor. Het bezwangeren van de vrouwen van overwonnen volken geldt als de ultieme vernedering c.q. overwinning. Niet zonder reden worden in oorlogen de mannen zoveel mogelijk gedood en de vrouwen en kinderen zoveel mogelijk in leven gelaten.
Het huwelijk waar intimiteit en seksualiteit een plek hebben, is niet voor iedereen en niet altijd voor een lange tijd in het leven weggelegd. Seksualiteit en de behoefte aan intimiteit is iets wat elk mens elke dag raakt, van verslaafd aan seks tot aseksueel, zonder relatie of met een relatie. De biologie, de anatomie en de psychologie van de seksuele identiteit raakt elk mens op een andere manier. Er is een glijdende schaal in de biologie (mannelijke en vrouwelijke kenmerken hebben anatomisch gezien dezelfde achtergrond, denk aan clitoris en penis, denk aan eierstokken en zaadballen) dus maak daar geen principe verschil tussen man en vrouw van. Er is een glijdende schaal in bouw en secundaire geslachtskenmerken: vrouwen kunnen een typisch manlijke bouw of gedrag hebben (zonder homoseksueel te zijn) en datzelfde geldt voor mannen met een typisch vrouwelijke bouw of gedrag (zonder homoseksueel te zijn) dus maak daar geen principe verschil tussen man en vrouw van. Er is een glijdende schaal in de psychologie van de seksualiteit en de seksuele behoefte. Er is een glijdende schaal in de hetero- en homoseksualiteit, dus maak daar geen principe verschil in seksualiteit van. En in alle gevallen spelen aantrekkingskracht, liefde, lust, intimiteit, seksualiteit, masturbatie, seksuele macht, seksuele uitbuiting en seksisme een rol.
Het mag ons wel opvallen dat seksuele macht en seksuele uitbuiting in de Bijbel veroordeeld worden, maar de Bijbel haalt daar dan nauwelijks het huwelijk bij. De kerk heeft wel altijd alle seksuele (wan)gedrag gerelateerd aan het huwelijk als norm; en heeft de geslachtsdaad geponeerd als norm voor de ultieme eenheid van man en vrouw. Het is inmiddels toch wel old school om het huwelijk en de geslachtdaad tussen man en vrouw als normatief ijkpunt van de menselijke seksualiteit te hanteren. En wat is het impliciete oordeel van de kerk over ongehuwde, of niet meer gehuwde en homoseksuele mensen als de seksuele eenheid van man en vrouw in het huwelijk als de ultieme bedoeling van God in zijn schepping geldt? Het ligt gecompliceerder dan dat om de rol en grenzen van de seksualiteit in de samenleving te bepalen.
Bedenk bijvoorbeeld dat zelfs de geslachtdaad tussen man en vrouw binnen het huwelijk de trekken van zelfbevrediging kan krijgen, van doorgaans de man in kwestie. Seksualiteit en intimiteit is breder dan het kerkelijk huwelijk en gaat verder dan het verwekken van kinderen. Laat de huidige kerk en theologie daar breed naar durven kijken, zoals Ad de Bruijne terecht en verdienstelijk heeft willen doen. Dat sommigen hem die brede blik verwijten maakt hun diskwalificatie van zijn boek goedkoop en discutabel. Zo ga je niet om met dertig jaar theologie bedrijven.
Seksueel ongeoorloofd gedrag komt ook binnen huwelijken voor. De kerk der eeuwen heeft mogelijk te lang gedacht dat seksueel ongeoorloofd gedrag alleen buiten het huwelijk voorkwam. De kerk der eeuwen heeft de lichamelijke intimiteit en de lichamelijke seksualiteit lang genoeg normatief benaderd. Het wordt tijd dat de huidige theologie de seksuele werkelijkheid van intimiteit en lichamelijkheid, schaamte en schande, liefde en lust, macht en misbruik, veiligheid en onveiligheid onder ogen durft te komen. Laten we ook dát van Paulus en Petrus willen leren: de harmonie in het huwelijk en de gelijkwaardigheid van man en vrouw in het huwelijk.
De focus van kerk en theologie van voor en na de Reformatie heeft doorgaans gelegen op de zondige of normatieve aspecten van het ‘bijbelse huwelijk’ als instelling van God, als daar zijn voorechtelijke zwangerschap, overspel, echtscheiding, homoseksualiteit. En dan hebben we het nog niet gehad over de potentieel zondige seksualiteit die buiten het huwelijk aanwezig is en beleefd wordt: alles wat met de polariteit tussen man en vrouw in het dagelijkse leven te maken heeft. Als de kerk der eeuwen ook een heilzame (positieve) boodschap over seksualiteit heeft gehad, dan werd dat doorgaans niet algemeen bekend gemaakt. De neiging tot zwijgen daarover en hopen we dat iedereen – getrouwd of ongetrouwd of nog niet getrouwd- zich daar wel mee weet te redden is groot.
Verder was de kerk der eeuwen helaas altijd beter in het aangeven en handhaven wat niet mag, dan in het stimuleren en uitdragen van wat wel kan. Er moeten vast geschriften zijn die de ontwikkeling van het denken over de zin van de seksualiteit in de (westerse) variant van het Christendom beschrijven. En mogelijk kunnen niet-westerse varianten van het Christendom een waardevolle aanvulling zijn. En wees er niet persé van overtuigd dat veel van wat wetenschap en techniek aan nieuwe maatschappelijke inzichten oplevert uit den boze is voor het christelijke leven.
Laten we bij dit alles bedenken dat sinds alle ouders (ook de streng reformatorische) hun dochters naar school sturen en door laten leren als dat past bij het kind, er wel wat veranderd is in de maatschappij. Omdat tegenwoordig in de meeste gezinnen de dochters dezelfde kansen en stimulansen krijgen als de zonen, hebben we gemerkt in Staat en Maatschappij dat de grens tussen wat mannen kunnen en wat vrouwen kunnen, diffuus is. Alles wat alleen mannen dachten te kunnen, kunnen vrouwen ook. Er zijn geen speciale scheppingsgaven voor mannen, die vrouwen niet hebben (uiteraard afgezien van de voortplantingsaspecten). Het wordt tijd dat de kerk deze scheppingswaarheid en Bijbelse waarde onder ogen durft te zien en vrouwen dezelfde (voor)rechten geeft als mannen. Dat betekent: erkennen dat het zogenaamde dienend heersen van de man al te vaak tot machtsmisbruik, ongelijkheid en onrecht heeft geleid. Het is zaak dat in deze tijd de gemeente van de Heer (doorgaans geleid door mannen) zich daarvan bekeert. Wie tegenwerpt dat in de Bijbel de man toch het hoofd van de vrouw wordt genoemd zoals Christus het hoofd van de kerk is, daarover in het vervolgende hoofdstuk meer.
Reactie toevoegen