Reina Wiskerke waarschuwde de lezer in haar column van 25 juni 2024 dat argwaan tegen beoogd minister Faber geen goede reden is om haar woorden bij voorbaat anders uit te leggen dan ze betekenen. En Wiskerke heeft gelijk dat zorgen hebben over demografische ontwikkelingen wat anders is dan een omvolkingstheorie. Die woorden kunnen gelet op hun betekenissen niet zomaar tegen elkaar worden uitgewisseld. Zorgen hebben over demografische ontwikkelingen is nu eenmaal geen omvolkingstheorie. Echter, in het geval van mevrouw Faber is er geen sprake van dat, gemotiveerd door argwaan, anderen mevrouw Faber haar woorden anders uitleggen dan dat ze betekenen, maar is het mevrouw Faber zelf die een bepaalde uitleg aan haar eigen woorden geeft. En zoals altijd behoeft elke tekst, gesproken of geschreven, uitleg. Zonder uitleg van een tekst heeft zij geen betekenis. Dat geldt dus evenzeer voor de verklaring van Faber. Als zij verklaart er geen moeite mee te hebben om afstand te doen van de woorden ‘omvolking’ en ‘omvolkingstheorie’, omdat zij die woorden anders heeft bedoeld, komt de vraag op wat de betekenis is van wat mevrouw Faber zegt. Wat zij daarmee bedoelde te zeggen is dan ook een kwestie van interpretatie.
Geen vooropgezet plan
Aan het begin van de hoorzitting legt mevrouw Faber een verklaring af waarbij zij aangeeft dat zij de termen ‘omvolking’ en ‘omvolkingstheorie’ niet meer zal gebruiken. Zij verklaarde dat zij besefte dat het gebruik van die termen in de betekenis van bewust planmatig beleid om de bevolking om te vormen of te vervangen onjuist en ongewenst is en bovendien een verschrikkelijke connotatie is met het verleden van het nazisme. Ze vertelde er geen enkele moeite mee te hebben daarvan volledig afstand te nemen, want, gaf mevrouw Faber aan, zo bedoelde ik het niet. De vraag is wat mevrouw Faber dan wel bedoelde te zeggen. Uit haar verklaring blijkt dat zij de begrippen ‘omvolking’ en ‘omvolkingstheorie’ nooit bedoeld heeft te gebruiken als aanduiding van een complottheorie die veronderstelt dat er een vooropgezet plan bestaat dat erop gericht is om de bevolking om te vormen of te vervangen. Ook was het niet haar bedoeling om met die woorden te refereren aan het Nazisme. Dat mevrouw Faber omvolking en omvolkingstheorie ook daadwerkelijk niet als een complottheorie beschouwt, blijkt uit haar verwijzing naar de AIVD en NCTV; daarvan zegt zij dat ook de AIVD en NCTV zich hebben gekeerd tegen de begrippen ‘omvolking’ en ‘omvolkingstheorie’. De AIVD en NCTV hebben zich overigens niet gekeerd tegen die begrippen, maar zij hebben gewaarschuwd tegen het zogenaamde accelerationisme. Dat is een rechts-extreme stroming die terroristisch geweld propageert als legitiem middel om het ideaal van een witte etno staat te bereiken. Daarmee heeft mevrouw Faber ongetwijfeld willen onderstrepen dat zij deze vorm van omvolking niet bedoelt als zij over omvolking spreekt. Er is ook geen enkele reden om eraan te twijfelen dat mevrouw Faber overtuigd afstand nam van de begrippen omvolking en omvolkingstheorie in bovenstaande zin. Echter, het is ook niet per se noodzakelijk om omvolking en omvolkingstheorie louter als een gewelddadig nazistisch complot te zien waarbij sprake is van een bewust planmatig beleid om de bevolking om te vormen of te vervangen. Ook zonder een bewust planmatig beleid kan er toch sprake zijn van ‘omvolking’ of ‘omvolkingstheorie’.
Demografische ontwikkelingen
En dat maakt mevrouw Faber ook duidelijk. Nadat zij heeft uiteengezet hoe zij omvolking en omvolkingstheorie niet heeft bedoeld, geeft zij aan wat zij wel bedoelt. Zij zal namelijk “in het vervolg spreken over zeer zorgelijke demografische ontwikkelingen in Nederland”. Zij geeft daarmee een eigen interpretatie aan het begrip omvolking. Die interpretatie is overigens niet nieuw, want mevrouw Faber heeft deze uitleg van omvolking al eerder gegeven. Mevrouw Faber stelde in haar bijdrage bij de Algemene Politieke Beschouwingen in de Eerste Kamer in 2020 dat de VN een agenda zou uitrollen van antisemitisme, terrorisme en omvolking. Die omvolking bestaat onder andere in een toename van internationale verdragen waaraan Nederland gebonden is, waardoor er onder andere open grenzen-beleid ontstaat, ten gevolge waarvan ellende veroorzakende migranten Nederland onbelemmerd binnen kunnen komen als gevolg waarvan Nederlanders steeds meer grip op hun leven verliezen. En, zoveel wordt duidelijk, het gaat haar niet enkel om migranten in het algemeen, maar om moslim-migranten in het bijzonder als zij spreekt over zeer zorgelijke demografische ontwikkelingen. Ook dat blijkt uit haar bijdrage tijdens de Algemene Beschouwingen in de Eerste Kamer van 2020. Toen vertelde mevrouw Faber dat zij vooral de grenzen wil sluiten voor de Islam, omdat die anders, zo betoogde Faber, de Nederlandse samenleving zal vervangen waardoor de vrijheid van godsdienst ter ziele zou gaan. Deze demografische ontwikkelingen zouden zich volgens mevrouw Faber op een termijn van tien tot twintig jaar kunnen voltrekken. Het zal, volgens mevrouw Faber, het einde worden van het christen- en jodendom alsmede het einde van alle ongelovigen in Nederland. Van deze interpretatie van omvolking heeft mevrouw Faber geen afstand gedaan. En dit is haar interpretatie van omvolking, die inderdaad gaat over specifieke demografische ontwikkelingen in Nederland die zij wil bestrijden; dat is wat zij bedoelt met omvolking.
Existentiële dreiging
In deze opvatting is er niet zozeer sprake van een bewust planmatig beleid, maar wordt met omvolking bedoeld dat de ‘Nederlandse’ (vaak witte) bevolking langzaam maar zeker wordt vervangen door (anderskleurige) ‘niet-Nederlandse’ en in het bijzonder door moslims. Christophe Busch, directeur van het Hannah Arendt Instituut in Mechelen, wijst in dit verband op crisisnarratieven die passen bij omvolking, die zich kenmerken door existentiële dreiging en een gevoel van urgentie en daarmee de noodzaak om te handelen. Daarbij hoeft het bij omvolking niet per se om een complot te gaan, maar kan zij ook gebaseerd zijn op vijandbeelden, zoals mevrouw Faber impliceert. Tijdens de hoorzitting bevestigde mevrouw Faber ook dat zij omvolking ziet als een existentiële bedreiging die tot zeer zorgelijke demografische ontwikkelen leiden, namelijk dat het een feit zou zijn dat de demografie verandert onder verwijzing naar de bevolkingssamenstelling van de grote steden. Verder antwoordde zij op een vraag of de woorden ‘zeer zorgelijke demografische ontwikkelingen’ in feite onderdeel uitmaken van het gedachtegoed van omvolking, omdat beide angst onder de bevolking zaaien, dat zij het begrip omvolking in een specifieke context gebruikte, namelijk in de zin van open grenzen en ongebreidelde migratie. Mevrouw Koekoek van Volt confronteerde mevrouw Faber met het feit dat het bij het gebruik van de termen omvolking en omvolkingstheorie om fout gedachtegoed gaat. Op de vraag of mevrouw Faber afstand doet van dat gedachtegoed antwoordde zij niets te hebben met complottheorieën, maar omvolking en omvolkingstheorie niet meer zal bezigen omdat zij die termen in een bepaalde context gebruikte, namelijk in het kader van de open grenzen. De conclusie van mevrouw Koekoek van Volt is dan ook terecht. Mevrouw Faber heeft niets teruggenomen van haar uitspraken over omvolking en omvolkingstheorie, maar alleen aangegeven die woorden niet meer te zullen gebruiken.
Doelt op omvolking
En daarmee is het voldoende duidelijk dat mevrouw Faber met de woorden ‘zeer zorgelijke demografische ontwikkelingen in Nederland’ weldegelijk doelt op omvolking alleen niet in de zin dat sprake zou zijn van een complot waarin sprake zou zijn van een vooropgezet plan, maar meer in de zin van een vijandbeeld ten opzichte van migranten en in het bijzonder moslims-migranten. Dat zij zegt er niet in te geloven dat de vervanging van de bevolking door immigranten opzettelijk gebeurt op basis van een vooropgezet plan maakt dat niet anders. Feit blijft dat de ratio van de zeer zorgelijke demografische ontwikkelingen hun grondslag vinden in de overtuiging dat de Joods-Christelijke traditie wordt bedreigd door migranten en in het bijzonder migranten met een moslim achtergrond. En daarmee hoort de formulering zeer zorgelijke demografische ontwikkelingen in Nederland bij het narratief van omvolking.
Redelijke interpretatie
Op zichzelf klopt het dat het hebben van zorgen over demografische ontwikkelingen iets anders is dan een omvolkingstheorie, maar dat is niet zonder meer het geval; als een schrijver of spreker de woordbegrippen met een bepaalde bedoeling in haar tekst gebruikt, kunnen die met elkaar in verband worden gebracht. Dat is wat mevrouw Faber ook heeft gedaan. Zij heeft blijkens haar verklaring en de antwoorden op vragen tijdens de hoorzitting van de Tweede Kamer er geen misverstand over laten bestaan dat met zeer zorgelijke demografische ontwikkelingen in Nederland wordt gedoeld op de angst en dreiging dat migranten met met name moslim achtergrond op termijn de joods-christelijke traditie zullen vervangen, wat niet anders is dan een omvolkingstheorie dan wel een variatie daarop. Van argwaan is dan ook geen sprake, maar wel van een redelijke interpretatie van mevrouw Faber haar woorden. Als er al een doolhof van taal is, is dat een doolhof door Faber zelf gecreëerd. Critici van mevrouw Faber leggen haar dan ook geen woorden in de mond die zij niet bedoeld heeft, want een goed verstaander heeft maar een half woord nodig.
Reactie toevoegen