Een ‘unicum’ noemt ds Den Butter in het Reformatorisch Dagblad van 11 juli 2023 het besluit van de Particuliere Synode van het Westen van de Christelijke Gereformeerde Kerken om zelf de samenwerkingsgemeente te Hilversum te vermanen en deputaten ex artikel 49 K.O. op te dragen dit besluit uit voeren. Hieronder zal aangetoond worden dat dit PS besluit nietig is, omdat het PS besluit in strijd is met het kerkrecht, de kerkorde, maar ook in strijd met de beginselen van gereformeerd kerkrecht. Ds. Den Butter, als woordvoerder namens de Particuliere Synode, rechtvaardigt het PS besluit door Hilversum en de classis te verwijten af te wijken van de regels en eigenmachtig op te treden, om vervolgens zelf precies datgene te doen wat hij de ander verwijt. 

 

Reconstructie

Hoewel uit de mediaberichten uit het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad niet precies valt te reconstrueren wat de gang van zaken is geweest, geven de krantenartikelen voldoende houvast om de besluiten en het handelen van de Particuliere Synode van het Westen te bekritiseren. Wat de aanleiding is geweest voor de Particuliere Synode van het Westen blijft enigszins onduidelijk. Het Nederlands Dagblad meldt dat de kerk Ouderkerk aan de Amstel het niet eens was met het feit dat de classis Amsterdam de samenwerkingsgemeente Hilversum niet wilde vermanen en daarom, samen met twee anderen kerken, Nunspeet en Urk-Maranatha, een brief zouden hebben geschreven naar de Particuliere Synode van het Westen met de vraag aan de Particuliere Synode van het Westen of zij alsnog de samenwerkingsgemeente Hilversum zou willen vermanen. Het Reformatorisch Dagblad geeft een iets genuanceerder beeld; in de afgelopen periode hebben de kerken Ouderkerk aan de Amstel, Nunspeet en Urk-Maranatha een tweetal appèls ingediend die beide door de Particuliere Synode van het Westen gegrond zijn verklaard, laatstelijk op 29 juni 2022. Het schijnt dat de classis Amsterdam tegen één of beide appèls in appèl is gegaan bij de Generale Synode. Vervolgens vergadert de Particuliere Synode van het Westen op 5 juli 2023 en besluiten zij tot vermaan van de samenwerkingsgemeente Hilversum en de uitvoering daarvan op te dragen aan deputaten naar artikel 49 K.O. 

 

Slechts datgene

Uit de feiten kan voorzichtig worden geconcludeerd dat de Particuliere Synode van het Westen in haar vergadering van 5 juli 2023 geen appèl van Ouderkerk aan de Amstel, Nunspeet en Urk-Maranatha behandelde, omdat het laatste appèl dat is behandeld dateert van 29 juni 2022, ruim een jaar geleden. Daarmee lijkt er inderdaad sprake te zijn van het feit dat de kerken Ouderkerk aan de Amstel, Nunspeet en Urk-Maranatha een brief hebben gestuurd naar de Particuliere Synode van het Westen met het verzoek de samenwerkingsgemeente Hilversum te vermanen. Het is opmerkelijk dat de Particuliere Synode van het Westen de brief in behandeling heeft genomen en des te opmerkelijker dat zij op basis van die brief besluiten heeft genomen. Het is niet alleen opmerkelijk, maar ook in strijd met de kerkorde. Artikel 30 K.O. schrijft voor dat een Particuliere Synode ‘slechts datgene behoort te worden behandeld, wat in de classis niet kon worden afgedaan, of wat behoort tot de kerken van de meerdere vergadering in het algemeen’. Dit artikel regelt onder andere de bevoegdheid van de kerkelijke vergaderingen niet zijnde de kerkenraad, want hij is een ambtelijke vergadering. Feit is dat de kwestie van vermaan van een plaatselijke kerk tot de bevoegdheid van de classis behoort. Uit de beschikbare feiten valt ook af te leiden dat de classis ervoor heeft gekozen- al dan niet stilzwijgend - om de samenwerkingsgemeente niet te vermanen, ook niet nadat twee appèls tegen die besluiten van de kerkenraad gegrond waren verklaard. Met het besluit van de classis Amsterdam om de samenwerkingsgemeente Hilversum niet te vermanen, heeft de classis Amsterdam de kwestie van vermaan afgehandeld. Dat er bezwaren zijn tegen het besluit van de classis Amsterdam om de samenwerkingsgemeente Hilversum niet te vermanen doet daaraan niet af; daarvoor staat de weg van revisie en appèl open. 

 

Geen vernietiging

Met betrekking tot de gevolgen van revisie en appèl is het van belang om te beseffen dat een appèlinstantie, een classis, Particuliere -  of Generale Synode uitsluitend beoordeeld of het revisieverzoek of het appèl ontvankelijk, gegrond of ongegrond is. Het besluit waartegen het verzoek om revisie of appèl wordt ingesteld wordt, bij gegrondverklaring van het revisieverzoek of appèl dus niet vernietigd. Dat is het directe gevolg van artikel 85 K.O. die heersgedrag binnen het kerkverband verbiedt. In de situatie van de classis Amsterdam betekent dit dat als de Particuliere Synode van het Westen de appèls tegen het besluit om de samenwerkingsgemeente Hilversum niet te vermanen gegrond verklaard, de classis Amsterdam een nieuw besluit moet nemen. Bij dat nieuwe besluit zal zij rekening moeten houden met het gegrond verklaarde appèl, maar er is geen verplichting om dan te besluiten om te vermanen. De classis Amsterdam blijft bevoegd om, na een gegrond appèl, haar besluit om niet te vermanen te handhaven. En het lijkt erop dat de classis Amsterdam na appèl opnieuw tot de conclusie is gekomen dat er onvoldoende redenen zijn om de samenwerkingsgemeente Hilversum te vermanen of dat vermanen - gelet op de omstandigheden van het geval - niet opportuun is.  Tegen een dergelijk besluit kan opnieuw revisie worden gevraagd en na afwijzing van het revisieverzoek staat ook weer een appèl open bij de Particuliere Synode, maar het is een illusie om te denken dat het vermaan door de classis binnen de kerken door een Particuliere Synode kan worden afgedwongen. Dat afdwingen is namelijk wezensvreemd aan het gereformeerde kerkrecht. Echter, die omstandigheid schept geen bevoegdheid voor de Particuliere Synode om dan maar het heft in eigen hand te nemen. Pas als de classis Amsterdam de Particuliere Synode te hulp roept bij dit vraagstuk, treedt artikel 30 K.O. in werking, omdat dan mag worden aangenomen dat de classis de kwestie niet zelf kan afhandelen. Een beroep op artikel 30 K.O. door de Particuliere Synode van het Westen is dan ook ongegrond, omdat het in strijd is met artikel 30 K.O. 

 

In omgekeerde zin

In het Reformatorisch Dagblad rechtvaardigt de Particuliere Synode zich met het argument dat zij gedaan heeft wat gedaan behoort te worden. Met andere woorden: de samenwerkingsgemeente Hilversum had vermaand moeten worden door de classis Amsterdam, maar die heeft dat niet gedaan, dus doet de Particuliere Synode dat. Zoals reeds uiteengezet, is een beroep op artikel 30 K.O. ongegrond. Hoewel het niet met zoveel woorden wordt gezegd, zou het kunnen zijn dat de Particuliere Synode met de woorden van ds Den Butter in het Reformatorisch Dagblad ‘om te doen wat gedaan behoort te worden’, bedoelt te zeggen dat de Particuliere Synode het recht zou toekomen om artikel 30 K.O. ‘in omgekeerde zin’ toe te passen. Als artikel 30 K.O. al in omgekeerde zin zou mogen worden toegepast, is dat uitsluitend bedoeld voor exceptionele situaties, zoals in gevallen van corruptie, excessief wanbeleid, machtsmisbruik of het verbreiden van onschriftuurlijke leringen. Het is in redelijkheid niet vol te houden dat sprake is van een exceptionele situatie, omdat de classis Amsterdam de samenwerkingsgemeente  Hilversum niet wil  vermanen. En als de Particuliere Synode van het Westen van oordeel is dat er wel sprake is van een uitzonderlijke situatie, is dat het bewijs dat artikel 30 K.O. in omgekeerde zin ongereformeerd is. Daarmee bepaalt een meerdere vergadering, zoals de Particuliere Synode van het Westen, immers voor zichzelf wanneer en dat zij moet ingrijpen in een mindere vergadering, omdat zijzelf vindt dat het nodig is. Dat is in directe strijd met artikel 85 K.O. die dit heers-gedrag afwijst. Bovendien levert de Particuliere Synode van het Westen het bewijs dat toepassing van artikel 30 K.O. niet beheersbaar is, omdat het begrip 'exceptionele situatie’ door haar kennelijk ruim wordt uitgelegd in plaats van beperkt Toepassing van artikel 30 K.O. op deze manier leidt dan ook tot willekeur en rechtsonzekerheid. Met het beroep op artikel 30 K.O. in omgekeerde zin zou de Particuliere Synode artikel 30 K.O. misbruiken. Op welke wijze de Particuliere Synode zich dan ook in deze situatie op artikel 30 K.O. beroept, in alle gevallen handelt zij eigenmachtig. 

 

Slechts advies

Hetzelfde geldt voor het beroep op artikel 49 K.O.. Artikel 49 K.O. bepaalt, voor zover van belang, dat deputaten ex artikel 49 K.O. de classis hulp bieden in alle voorkomende moeilijkheden, opdat eenheid, orde en zuiverheid der leer bevestigd en behouden worden. De bevoegdheid van deze deputaten reikt dus niet verder dat het bieden van hulp aan de classis, wat heel iets anders is dan handelen namens of zelf in de plaats van de classis. Het besluit van de Particuliere Synode van het Westen, om deputaten naar artikel 49 K.O. op te dragen haar besluit uit te voeren, dat wil zeggen het gesprek met Hilversum aan te gaan en deze gemeente te helpen om aan het besluit uitvoering te geven, is dan ook volkomen in strijd met aard, inhoud en strekking van artikel 49 K.O.. Een beroep op artikel 49 K.O. is misplaatst. De Deputaten van de Particuliere Synode zijn uitsluitend bevoegd om aan de classis hulp te bieden en niet om zelf het gesprek aan te gaan met een plaatselijke kerk. Dus bij de opdracht van de Particuliere Synode aan deputaten naar artikel 49 K.O. om het besluit tot vermaan van de samenwerkingsgemeente Hilversum uit te voeren, is sprake van eigenmachtig handelen. 

 

Verkeerde lezing

Ook het beroep op de Integrale Regeling voor Revisie- en appèlprocedure, IRRA, is ongegrond. Uit de media gebleken feiten heeft  de Particuliere Synode van het Westen in haar vergadering op 5 juli 2023 immers geen appèl behandeld van Ouderkerk aan de Amstel, Nunspeet en Urk-Maranatha, maar ‘slechts’ een schriftelijk verzoek. Op een dergelijk verzoek is de IRRA eenvoudigweg niet van toepassing, omdat zij zich beperkt tot revisieverzoeken en appèl. Het verzoek betreft geen revisieverzoek, maar ook geen appèl. Van een revisieverzoek in de zin van IRRA is sprake bij een verzoek tot wijziging van een primair besluit van een kerkelijke vergadering bij diezelfde kerkelijke vergadering, terwijl van appèl sprake is van een schriftelijk protest tegen een beslissing van een kerkelijke vergadering bij de meerdere kerkelijke vergadering die bevoegd is om een besluit te nemen op het appèl. Er is blijkens de mediaberichten geen sprake van een schriftelijk protest tegen een beslissing van de classis Amsterdam, maar sprake van een verzoek aan de Particuliere Synode van het Westen om de samenwerkingsgemeente Hilversum te vermanen. Bovendien berust het beroep op artikel 10 lid 5 op een verkeerde lezing van dit artikel. Artikel 10 lid 5 IRRA gaat helemaal niet over een appèlbesluit na een afwijzend revisieverzoek, maar gaat over, zoals de titel boven artikel 10 ook duidelijk weergeeft, een appèl tegen het appèlbesluit. Zelfs in het geval aangenomen zou moeten worden - wat niet het geval lijkt - dat de brief van Ouderkerk aan de Amstel, Nunspeet en Urk-Maranatha als een appèlschrift zou moeten worden opgevat, doet zich de situatie van artikel 10 IRRA niet voor. Immers, het beroepschrift van de drie voornoemde kerken betreft uitsluitend een appèl tegen een afwijzend besluit tegen een revisieverzoek bij de classis Amsterdam. De situatie van artikel 10 IRRA betreft de situatie dat een bezwaarde na een afwijzend revisieverzoek voor de tweede maal in appèl gaat. In de onderhavige situatie zouden de drie voornoemde kerken eerst in appèl zijn gegaan bij de Particuliere synode van het Westen, die hun appèl afwijst, waarna de drie kerken vervolgens in appèl gaan bij de Generale Synode. Duidelijk is dat die situatie zich hier niet voordoet. En zelfs als veronderstellenderwijs aangenomen moet worden dat artikel 10 IRRA van toepassing zou zijn, berust het beroep op artikel 10 lid 5 op een verkeerde lezing van dit artikel. In artikel 10 lid 5 IRRA staat namelijk niet dat de Particuliere Synode in plaats van de Classis mag handelen, maar er staat dat de Particuliere Synode doet wat de Classis had behoren te doen op het appèl tegen het primaire besluit. Als bijvoorbeeld het appèl op het appèlbesluit volgens de Particuliere Synode gegrond is, had de classis dus destijds het appèl, wat zij destijds heeft behandeld en ongegrond heeft verklaard, achteraf toch gegrond hebben moeten verklaren. Dan had de classis die gegrondverklaring aan de kerkenraad die het primaire besluit nam vervolgens moeten meedelen. Al die handelingen van de classis, als reactie op het appèl, worden dus door de Particuliere Synode overgenomen; dat betekent dat de Particuliere Synode in dit voorbeeld het appèl bij de classis gegrond verklaart en van die gegrondverklaring ook mededeling doet aan de kerkenraad die het primaire besluit heeft genomen. Dat is gewoon een praktische werkwijze. Het is duidelijk dat artikel 10 lid 5 IRRA dus geen grondslag biedt om besluiten te nemen in de plaats van de classis. Dat spreekt ook voor zich, omdat ook in dit geval artikel 85 K.O. zich daartegen verzet. Een beroep op artikel 10 lid 5 IRRA  is in dit geval dan ook in strijd met de kerkorde en het kerkrecht.

 

Eigenmachtig optreden

Uit het voorgaande wordt ook duidelijk dat nu de artikelen waarop de Particuliere Synode van het Westen haar besluiten en uitvoeringshandelingen baseert ondeugdelijk zijn, zowel een beroep op de artikelen op zichzelf als in onderlinge samenhang bezien. De door de Particuliere Synode van het Westen gekozen route is in strijd met de kerkorde, het kerkrecht en de gereformeerde beginselen van kerkrecht. De kerkrechtelijke argumenten die zij aandraagt kan niet verbloemen dat zij afwijkt van de regels en eigenmachtig optreedt. Er is dan ook maar één conclusie mogelijk; de besluiten van de Particuliere Synode die zien op het vermaan en de uitvoering van dat vermaan zijn nietige besluiten, omdat zij in strijd zijn met de kerkorde en het kerkrecht en de beginselen van gereformeerd kerkrecht. Er kunnen dan ook geen gevolgen aan die besluiten worden verbonden. Deze omgang van de Particuliere Synode van het Westen met het kerkrecht brengt het kerkverband, zoals ds. Marco Hofland in het Nederlands Dagblad terecht zegt, inderdaad ernstig in gevaar. Het leidt tot wanorde, terwijl het kerkrecht de vrede wil bevorderen in de kerken, omdat onze God geen God van wanorde, maar van vrede is.  

 

 

Subscribe for updates on all content.

Protected by Spam Master

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
Protected by Spam Master

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
Protected by Spam Master