Roepende kerk

Naar aanleiding van eerdere Vrije-Interpretaties die te maken hebben met de vraag op welke wijze alsnog een roepende kerk kan worden aangewezen, zijn er meerdere vragen gekomen, waaruit blijkt dat het onderwerp als ingewikkeld wordt ervaren. Er is onduidelijkheid daardoor. In Vrije-Interpretaties wordt er uitgegaan van het feit dat bij het aanwijzen van een roepende kerk de betrokkenheid van de burgerlijke rechter noodzakelijk is. In eerdere Vrije-Interpretaties is op het zogenaamde legitimatieprobleem gewezen. In deze Vrije-Interpretatie daarom een nadere kerkrechtelijke-juridische onderbouwing van de noodzaak van de interventie van de burgerlijke rechter bij het aanwijzen van een roepende kerk, meer in het bijzonder het aanwijzen van de destijds door het moderamen van de generale synode beoogde CGK Hoogeveen als roepende kerk.

roepende kerk
Hans Bügel

Naar aanleiding van eerdere Vrije-Interpretaties[1] die te maken hebben met de vraag op welke wijze alsnog een roepende kerk kan worden aangewezen, zijn er meerdere vragen gekomen, waaruit blijkt dat het onderwerp als ingewikkeld wordt ervaren. Er is onduidelijkheid daardoor. In Vrije-Interpretaties wordt er uitgegaan van het feit dat bij het aanwijzen van een roepende kerk de betrokkenheid van de burgerlijke rechter noodzakelijk is. In eerdere Vrije-Interpretaties is op het zogenaamde legitimatieprobleem gewezen. In deze Vrije-Interpretatie daarom een nadere kerkrechtelijke-juridische onderbouwing van de noodzaak van de interventie van de burgerlijke rechter bij het aanwijzen van een roepende kerk, meer in het bijzonder het aanwijzen van de destijds door het moderamen van de generale synode beoogde CGK Hoogeveen als roepende kerk.

Verantwoordelijkheid
Dat de kwestie ingewikkeld is, komt doordat de generale synode op 3 juni 2025 besloot haar verantwoordelijkheid terug te geven aan de plaatselijke kerken en daarom geen roepende kerk heeft aangewezen.[2] Daarmee heeft de generale synode de indruk gewekt dat plaatselijke kerken zelf initiatieven moeten nemen om weer een volgende generale synode te organiseren. De CGK Dordrecht-Zuid heeft daarom direct de handschoen opgepakt door een kerkenraadsbesluit te nemen waarbij zij de CGK Hoogeveen heeft aangewezen als roepende kerk. Ook riep zij andere plaatselijke kerken op om hetzelfde te doen.[3] Het belang van de roepende kerk is dat zij de opdracht en de verantwoordelijkheid heeft van de oude generale synode voor de organisatie van een nieuwe synode, die gebruikelijk drie jaar na het sluiten van de oude generale synode gehouden wordt. De oude generale synode wijst, in een besluit, een van kerken van het kerkverband aan als kerk om de afgevaardigden voor een nieuwe generale synode bijeen te roepen. In het kader van de organisatie van die generale synode fungeert de roepende kerk als het postadres om stukken, zoals voorstellen en instructies, voor de volgende synode in ontvangst te nemen en te bewaren, zodat die zaken later, als de nieuwe synode bij elkaar komt, door die synode kan worden afgehandeld. De voorbereidingen en organisatie van een generale synode is veel werk en zonder een roepende kerk, kan er geen nieuwe generale synode worden georganiseerd. Ogenschijnlijk lijkt de aanwijzing van een roepende kerk vooral van praktisch belang, maar zij heeft ook kerkrechtelijke en juridische betekenis. Die betekenis raakt uit beeld omdat de generale synode met haar besluit de indruk heeft gewekt dat het niet uitmaakt wie de roepende kerk aanwijst. Het is daarom begrijpelijk dat de CGK Dordrecht-Zuid een besluit heeft genomen waarbij de CGK Hoogeveen als roepende kerk wordt aangewezen. Daarmee heeft zij, en alle kerken die gehoor hebben gegeven aan de oproep van CGK  Dordrecht-Zuid, letterlijk verantwoordelijkheid genomen, ondanks dat het aanwijzen van een roepende kerk niet tot haar verantwoordelijkheid behoort. De verantwoordelijkheid voor het aanwijzen van een roepende kerk ligt bij de generale synode. Alle kerken van het kerkverband hebben gezamenlijk afgesproken in de kerkorde dat de generale synode verplicht is aan het einde van haar vergadering een roepende kerk aan te wijzen. Die opdracht is een zaak die tot alle kerken in het algemeen behoort. En daarmee is het geen verantwoordelijkheid van de plaatselijke kerken afzonderlijk, maar een taak voor de generale synode. Het is dus geen taak van een aantal plaatselijke kerken gezamenlijk en ook geen taak van een gezamenlijke meerderheid van kerken. Doordat de generale synode haar taak heeft verzaakt, is het functioneren van het kerkverband in de problemen gekomen.

Rechtspersoon
Het is daarom begrijpelijk dat naarstig wordt gezocht naar een oplossing voor  het probleem, omdat de generale synode in feite allerlei zaken behartigt die het kerkverband in zijn geheel aangaan. Het is van belang om te beseffen dat het kerkverband niet alleen een verzameling van samenwerkende kerken is, gebaseerd is op de gemeenschappelijke geestelijke grondslag van Schrift en belijdenis, maar dat zij ook zijn verenigd in een rechtspersoon zijnde een kerkgenootschap naar burgerlijk recht. Kenmerkend voor een rechtspersoon is dat zij over een vermogen beschikt. Het vermogen van een rechtspersoon, dat bestaat uit bezittingen en schulden, moet worden beheerd door een bestuur. Het kerkgenootschap wordt beheerd en bestuurd door de generale synode; zij beheert  de bezittingen en schulden van het kerkverband. De plaatselijke kerken en andere meerdere vergaderingen, zoals een classis, hebben daarover dan ook geen zeggenschap. De generale synode houdt zich dus ook bezig met stoffelijke zaken. Het vermogen van het kerkverband bestaat onder andere  uit het Landelijk kerkelijk Bureau dat werknemers in dienst heeft, de emeritikas en verplichtingen tegenover de Theologische Universiteit in Apeldoorn. Om de uitvoering van deze taken mogelijk te maken, nadat de generale synode is afgesloten, stelt de generale synode deputaatschappen in; dat zijn commissies die zijn aangesteld door de generale synode om een specifieke taak uit te voeren of een bepaalde verantwoordelijkheid te dragen en daarmee uitvoering geven aan de taak die formeel toebehoort aan de generale synode. Zij handelen binnen de door de generale synode gegeven kaders, bestaande uit een opdracht en begroting. De deputaatschappen leggen verantwoording af van hun beheer tijdens de eerstvolgende generale synode. Een specifieke rol is weggelegd voor het oud-moderamen dat, na het sluiten van de generale synode, wordt omgevormd tot het Deputaatschap Vertegenwoordiging. Dat behartigt de belangen van de kerken in zaken die het kerkverband als geheel aangaan, maar niet bij een ander deputaatschap zijn belegd. Er is weinig verbeelding voor nodig dat er problemen ontstaan als de generale synode geen roepende kerk aanwijst, omdat daarmee de toekomst van het kerkverband in het geding is. Deputaatschap Kerkorde en Kerkrecht heeft in zijn notitie ‘Kerkrechtelijke lijnen rond het kerkverband' het aanwijzen van een roepende kerk terecht getypeerd  als het uitwerpen van een anker naar de toekomst.[4]

Verschillende opties
De groep Rijnsburg, ook wel Butterianen genoemd, lijkt de oplossing te zoeken in het organiseren van een convent, terwijl de CGK Dordrecht-Zuid ervan uitgaat, gesteund door tientallen andere plaatselijke kerken, dat, als een meerderheid van plaatselijke kerken de CGK Hoogeveen als roepende kerk aanwijst, zij daarmee ook de legitieme roepende kerk zal zijn. Een andere optie die wordt geopperd is dat de kerkordelijke weg voor het bijeenroepen van een nieuwe synode via de route van twee Particuliere Synoden zou moeten verlopen. Die gedachte is gebaseerd op artikel 50 K.O. waarin is bepaald dat, als er tenminste twee particuliere synoden zijn die van oordeel zijn dat de generale synode binnen de gebruikelijke drie jaar moet worden samengeroepen, de roepende kerk dat moet organiseren. Alle voorstellen en suggesties zijn, hoe sympathiek ook, geen echte oplossing voor het probleem dat er geen roepende kerk is aangewezen. Dat komt doordat alle oplossingsrichtingen voorbijgaan aan het typische karakter van het gereformeerd kerkverband en de implicaties van een kerkgenootschap in de zin van de wet. De Christelijke Gereformeerde Kerken kennen een presbyteriaal-synodaal kerkstelsel. In dit stelsel zijn de plaatselijke kerken complete en zelfstandige kerken, die samenwerken in zogenaamde meerdere vergaderingen. Dat zijn vergaderingen van afgevaardigden van plaatselijke kerken, classes, Particuliere Synoden of Generale Synode. De eenheid van het landelijke kerkverband en de verantwoordelijkheid daarvoor wordt gerealiseerd en gewaarborgd door meerdere vergaderingen. Daarin komen de plaatselijke kerken door middel van afvaardiging bij elkaar en nemen zij besluiten die de gezamenlijke kerken, regionaal, provinciaal of synodaal, aangaan. Elke plaatselijke kerk heeft rechtspersoonlijkheid, evenals de verschillende kerkelijke vergaderingen, waaronder de generale synode, maar ook het landelijke kerkverband zijnde de Christelijke Gereformeerde kerken in Nederland. Deze laatste wordt dus bestuurd door de generale synode onder meer door daartoe aangewezen deputaatschappen en de roepende kerk. De hamvraag is, kunnen plaatselijke kerken, classes of twee Particuliere Synoden, die samen een meerderheid van de kerken vertegenwoordigen, rechtmatig een generale synode bijeen roepen? Legitimeert een meerderheid van kerken daarmee de bijeengeroepen generale synode? Geldt dit juist ook niet als bijvoorbeeld die Particuliere Synoden vervolgens ook nog eens de CGK Hoogeveen als roepende kerk aanwijzen, zoals het oorspronkelijk ook bedoeld was door het moderamen van de generale synode Rijnsburg 2024-2025?[5]

Rechtsgeldig bestuur
Voor de beantwoording van deze vragen is het belangrijk om te bedenken dat de aanwijzing van een roepende kerk door de generale synode past in het kerkrechtelijke presbyteriaal-synodale stelsel. Artikel 30 K.O. bepaalt onder andere dat tot meerdere vergadering datgene behoort te worden behandeld, wat tot de kerken van de meerdere vergadering in het algemeen behoort.[6] Het spreekt voor zich dat de aanwijzing van een roepende kerk een zaak is wat tot de kerken van de meerdere vergadering in het algemeen behoort. Immers, de roepende kerk is de kerk die de volgende generale synode voorbereidt, organiseert en als postadres fungeert voor kerken en kerkleden om hun stukken in te dienen die zij geagendeerd willen hebben op de volgende synode. Zo bepaalt artikel 50 lid 2 K.O. dat ‘de raad van de samenroepende kerk laat een voorlopig agendum drukken waarop melding wordt gemaakt van alle door hem ontvangen instructies, rapporten en ingekomen stukken, met uitzondering van bezwaarschriften, protesten enz.’[7] De reden dat artikel 50 K.O. expliciet voorschrijft dat aan het einde van de vergadering een kerk zal worden aangewezen om de volgende synode samen te roepen, is niet willekeurig. De generale synode vertegenwoordigt namelijk, via getrapte vertegenwoordiging, als breedste vergadering alle plaatselijke kerken die tot het kerkverband behoren. Zij is de enige kerkelijke vergadering, die namens en ten behoeve van alle kerken binnen het kerkverband bindende besluiten voor alle kerken samen kan nemen.  Zij is de enige die de rechtspersoon rechtsgeldig kan besturen, al dan niet door middel van verschillende deputaatschappen.. Een goed voorbeeld dat dit illustreert, is artikel 87 K.O.. Het artikel bepaalt dat de kerkorde door de kerken van het kerkverband trouw moeten worden nageleefd totdat de synode een besluit heeft genomen tot verandering, vermeerdering of vermindering. De reden daarvoor wordt ook in artikel 87 K.O. gegeven, namelijk dat de kerkorde is vastgesteld en aangenomen met gemeenschappelijk akkoord. Hieruit blijkt dat de generale synode handelt namens alle kerken,  die behoren tot het kerkgenootschap.

Continuering Kerkgenootschap
De aanwijzing van de roepende kerk staat daarmee in direct verband. De generale synode draagt zorg voor de continuering van het kerkgenootschap doordat zij als rechtmatige vergadering, namens alle kerken en het kerkgenootschap als rechtspersoon, een roepende kerk aanwijst met het oog op het houden van een nieuwe generale synode in de toekomst. De generale synode staat ten dienste van de kerken om de eenheid en de goede gang van het kerkelijke leven te bevorderen.[8] Alle kerken worden daarmee dus ook vertegenwoordigd door de generale synode in en namens de civielrechtelijke rechtspersoon zijnde het kerkgenootschap in de zin van artikel 2:2 BW.  De generale synode handelt dus niet slechts over geestelijke zaken, maar ook over materiële zaken. Zij handelt daarmee ook namens de rechtspersoon. De generale synode bestuurt de rechtspersoon dus in de meest brede zin van het woord, met oog voor zowel de praktische, financiële en juridische aspecten zijnde stoffelijke zaken als ook de diepere, theologische en spirituele aspecten zijnde de niet-stoffelijke zaken, die een kerkgenootschap aangaan. De beschikking en beheer over dat vermogen van de rechtspersoon is dus ook toevertrouwd aan de generale synode en het is van belang dat een opvolgende generale synode daarover ook rechtmatig kan beschikken en besluiten. Dat maakt ook meteen duidelijk waarom de kerkorde voorschrijft dat de generale synode de roepende kerk aanwijst. Daarmee draagt de generale synode formeel haar taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden over naar de volgende synode die dan in de voetsporen treedt van de rechten en plichten die de vorige generale synode had. En daarmee is de continuïteit van het kerkverband, zowel ten aanzien van de vertegenwoordiging van alle kerken als van de rechtspersoon, rechtens gewaarborgd.

Beginselen van gereformeerd kerkrecht
Andere kerkelijke vergaderingen, zoals kerkenraads-, classis- en PS-vergadering, vertegenwoordigen per definitie niet alle kerken en de rechtspersoon van het kerkverband. De kerkenraad is uitsluitend bevoegd binnen zijn eigen kerkelijke gemeente, op een enkele uitzondering na, die expliciet in de kerkorde is vastgelegd. Mutatis mutandis geldt dat ook voor de andere kerkelijke vergaderingen. Een classis is slechts bevoegd binnen haar classicale ressort en hetzelfde geldt voor een particuliere synode. Dit beginsel van gereformeerd kerkrecht is ook vastgelegd in artikel 85 K.O.. Het betreft de bepaling bij uitstek die alle menselijke heerschappij en hiërarchie wil tegengaan en het beschermt plaatselijke kerken tegen overheersing van een meerderheid van kerken. Een plaatselijke kerk kan niet door een groep van kerken tot bepaalde opvattingen worden gedwongen, wat niet betekent dat plaatselijke kerken besluiten van meerdere kerken in bijvoorbeeld een classis niet voor vast en bondig houden. Dat heeft echter te maken met gemeenschappelijke afspraken in de kerkorde over de besluitvorming, ex artikel 31 K.O.. Daarbuiten kunnen plaatselijke kerken niet tot iets gedwongen worden. De andere kant van de medaille is ook dat de kerkelijke vergaderingen hun bevoegdheden beperkt zijn tot uitsluitend hun eigen invloedssfeer. Zij kunnen niet treden in de bevoegdheden die aan andere kerkelijke vergaderingen toebehoren. Concreet betekent dit dan ook dat een kerkenraad, classis of particuliere synode geen bevoegdheden toekomt, die toebehoort aan de generale synode. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor twee of meer particuliere synoden samen. Dat schept eenvoudigweg geen bevoegdheid. Het is daarom ook niet voor niets dat de roepende kerk tot taak heeft de tijd en plaats vast te stellen als  twee particuliere synoden van oordeel zijn dat de generale synode eerder dan gebruikelijk  bij elkaar moet komen. Deze roepende kerk heeft immers, op grond van een daartoe genomen synodebesluit, de bevoegdheid, taak en verantwoordelijkheid gekregen om de volgende generale synode bijeen te roepen. Twee particuliere synoden zijn wel bevoegd de vervroeging van de generale synode te verlangen, maar zijn niet bevoegd tot de organisatie daarvan. Dat ligt mede besloten in het feit dat twee particuliere synoden niet namens alle kerken en het kerkgenootschap kunnen handelen. Met het bepaalde in artikel 50 K.O. zijn dan ook de beginselen van gereformeerd kerkrecht verdisconteerd in de kerkorde.

Officieuze vergadering
Tegelijkertijd ontstaat daardoor dus een probleem als de generale synode in strijd handelt met de kerkorde door haar taak niet uit te voeren, onder andere  door geen roepende kerk aan te wijzen. Met dat besluit en het feitelijk staken van de synodevergaderingen ontstaat er een bestuurlijke leemte, want er kan geen rechtmatige volgende generale synode worden georganiseerd, want er is geen bevoegde roepende kerk aangewezen. Het initiatief van een plaatselijke kerk of twee particuliere synoden of zelfs een overtuigende meerderheid van kerken, verschaft ook geen bevoegdheid om legitiem, rechtmatig, een generale synode bijeen te roepen. Als een groep van kerken of twee particuliere synodes dat toch doet dan vertegenwoordigen zij daarmee echter niet alle kerken en evenmin het kerkgenootschap als rechtspersoon, maar handelen zij hooguit voor zichzelf. Een dergelijke generale synode is een officieuze vergadering, die geen rechtmatige en bindende besluiten kan nemen voor het landelijke kerkverband. Een dergelijke generale synode zal door een groot aantal kerken niet worden erkend. Daardoor ontstaat er dus een legitimiteitsprobleem. Dat probleem laat zich niet eenvoudigweg intern-kerkelijk oplossen. De kerkelijke vergadering die dat bij uitstek kan oplossen, omdat zij daartoe is bevoegd en opdracht heeft, de generale synode, vergadert niet meer en neemt dus ook geen besluiten meer. In theorie zouden misschien alle 181 kerken van het kerkverband wellicht nog unaniem een roepende kerk kunnen aanwijzen, maar de kans dat zoiets gebeurt, lijkt verwaarloosbaar klein. Het betekent dus dat er een situatie is ontstaan die door de kerken van het kerkverband zelf niet kan worden opgelost zonder ingrijpen van de burgerlijke rechter.

Nietige besluiten
En voor dat burgerrechtelijke ingrijpen is voldoende juridische grond. De synodebesluiten van 28 maart 2025 om de synode voortijdig te sluiten en het besluit 4 van 3 juni 2025 om geen roepende kerk aan te wijzen, zijn nietige besluiten in de zin van de wet. Deze besluiten zijn namelijk in strijd met het CGK kerkrecht en in het bijzonder de kerkorde. En dat mag niet. Nietige besluiten zijn besluiten die geacht worden nooit te hebben bestaan. Deze juridische fictie betekent eenvoudigweg dat de besluiten van 28 maart 2025 en 3 juni 2025 niet bestaan en dus ook geen rechtskracht, laat staan rechtsgevolgen hebben. De consequenties daarvan zijn dat de generale synode nooit officieel is gesloten en de synode ook niet heeft besloten om geen roepende kerk aan te wijzen. Het betekent in principe dat de generale synode alsnog haar agenda moet afwerken en een roepende kerk aan te wijzen. Dit betekent dat de generale synode alsnog bij elkaar moet komen om haar taak af te werken, waaronder in ieder geval het besluit om CGK Hoogeveen als de roepende kerk aan te wijzen. Inmiddels is gebleken dat de Butterianen het standpunt hebben ingenomen dat de generale synode rechtmatig zou zijn gesloten en ook terecht geen roepende kerk heeft aangewezen. Dat brengt mee dat de Butterianen een voortzetting van de vergadering van de generale synode Rijnsburg niet zullen erkennen. Bovendien bestaat de indruk dat ook het merendeel van het moderamen van de generale synode, die gelieerd is aan de Butterianen, de nietigheid van de besluiten niet erkennen en daarom de voortzetting van de synodevergadering niet zal willen faciliteren. Daardoor kan de huidige synode niet zonder meer bij elkaar komen, omdat er eerst duidelijkheid moet komen over de rechtsgeldigheid van de generale synode. Als duidelijk is dat de generale synode niet is gesloten en zij daarom rechtmatige besluiten kan nemen, waaronder het aanwijzen van de roepende kerk, de CGK Hoogeveen, wordt een einde gemaakt aan die onzekerheid. Daarvoor is echter wel een externe instantie nodig die met gezag uitspraken kan doen over de nietigheid van de synodebesluiten. De civiele rechter is daarvoor de aangewezen instantie, omdat zij onafhankelijk en dwingendrechtelijk uitspraak kan doen over de nietigheid van de synodebesluiten. Mochten de Butterianen, waaronder het merendeel van het synode moderamen, zich in het bijzonder blijven verzetten tegen het aanwijzen van de CGK Hoogeveen als roepende kerk dan sorteert dat verzet geen effect meer, omdat de rechterlijke uitspraak het voortzetten van de generale synode en haar besluitvorming legitimeert. Daarmee wordt de rechts- en bestaanszekerheid  van het kerkverband in ieder geval in vermogensrechtelijke zin gediend.

Analoge toepassing
Hoewel op grond van scheiding tussen kerk en staat de burgerlijke rechter als uitgangspunt niet intreedt in kerkelijke geschillen, is dat geen absoluut uitgangspunt. Kerkgenootschappen worden, overeenkomstig artikel 2:2 lid 2 BW, geregeerd door hun eigen statuut, voor zover dit niet in strijd is met de wet. Met uitzondering van artikel 5 gelden de overige artikelen van afdeling 2 van het Burgerlijk Wetboek niet voor kerkgenootschappen; overeenkomstige toepassing daarvan is wel geoorloofd, voor zover deze is te verenigen met hun statuut en met de aard der onderlinge verhoudingen. Artikel 2:14 BW bepaalt dat een besluit van een orgaan van een rechtspersoon, dat in strijd is met de wet of de statuten, nietig is, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit. En hoewel een generale synode geen orgaan is van een kerkgenootschap, kan deze bepaling van artikel 2:14 BW hierop wel analoog worden toegepast. Artikel 2:14 lid 1 BW is te verenigen met het kerkrecht van de rechtspersoon én met de aard van de onderlinge verhoudingen. Met het statuut wordt in het algemeen bedoeld de regelingen over de organisatiestructuur en het interne functioneren van het kerkgenootschap, waaronder regels over het bestuur en over de verhouding tussen het kerkgenootschap en zijn geestelijk ambtsdrager(s).[9] Alleen op deze manier kan dus de ontstane patstelling binnen het kerkverband doorbroken worden. Het rechterlijk ingrijpen is beperkt tot het vaststellen van het feit dat de generale synode nietige besluiten heeft genomen en geeft de opdracht aan de generale synode alsnog een roepende kerk aan te wijzen overeenkomstig artikel 50 K.O.. In dat kader kan het bevel wellicht nog preciezer worden door de opdracht van de burgerlijke rechter om de oorspronkelijk door het moderamen van de generale synode beoogde roepende kerk, de CGK Hoogeveen, aan te wijzen. Het besluit tot aanwijzing geschiedt dan door de generale synode zelf, die daarvoor opnieuw bijeen moet komen. Door een rechterlijke uitspraak wordt aan het moderamen van de generale synode respectievelijk het Deputaatschap Vertegenwoordiging de legitimiteit bevestigd, dat de synode nog niet was gesloten en zij de bevoegdheid en de verplichting heeft om alsnog de roepende kerk CGK Hoogeveen aan te wijzen; althans in ieder geval een roepende kerk. Daarmee wordt de continuïteit en de bestuurbaarheid van het kerkverband hersteld, is er een legitieme roepende kerk en kan er straks een formele generale synode zijn, die bevoegd is om besluiten te nemen overeenkomstig artikel 31 K.O.. Andere mogelijkheden voor het verkrijgen van legitimiteit zijn moeilijk voorstelbaar op dit moment, omdat een substantieel deel van de kerken duidelijk heeft gemaakt kerkelijke vergaderingen na 4 juni 2025 niet willen erkennen en hun besluiten niet te willen aanvaarden. Om te voorkomen dat er onduidelijkheid ontstaat over de legitimiteit van de roepende kerk, over de bevoegdheid van daarop volgende generale synode en haar besluiten, is het - in het belang van de rechtszekerheid ten behoeve van kerken en kerkmensen - noodzakelijk dat er een gezaghebbende uitspraak komt. En daartoe is de burgerlijke rechter bevoegd en daarmee ook bij uitstek de aangewezen instantie. Daarmee kan de wanorde op dit punt binnen het kerkverband worden hersteld, want onze God is geen God van wanorde, maar van vrede.

_______________
[1] Kerkrechtelijke quatsch! | Vrije-Interpretatie. (2025, 21 juni). https://vrije-interpretatie.nl/kerkrechtelijke-quatsch
Nominaal Christelijk Gereformeerd | Vrije-Interpretatie. (2025a, juni 9).
https://vrije-interpretatie.nl/nominaal-christelijk-gereformeerd
Ontspoord kerkverband | Vrije-Interpretatie. (2025, 5 juni). https://vrije-interpretatie.nl/ontspoord-kerkverband
[2] Situatie kerkverband na sluiting synode. (2025). Deputaten Vertegenwoordiging.
[3] Legemaat, M. (2025, 5 juni). Dordtse CGK wijst zelf opvolger aan na sluiting synode. ‘Het kerkverband is niet ten einde’. Nederlands Dagblad. De Kwaliteitskrant van Christelijk Nederland. https://www.nd.nl/geloof/protestant/1271147/dordtse-cgk-wijst-zelf-opvo…;
[4]Christelijke Gereformeerde Kerken CGK. (2025b, juli 2). Kerkrechtelijke lijnen rond het kerkverband - Christelijke  
Gereformeerde Kerken: CGK. Christelijke Gereformeerde Kerken: CGK.
https://cgk.nl/binnen-de-kerk/deputaatschappen/kerkorde-en-kerkrecht/ke…;
[5] Moderamen. (z.d.). Rapport 6 van het moderamen. https://cgk.nl/wp-content/uploads/2025/05/9.00-p.22-30-Moderamen-rappor…;
[6] Synode van Dordrecht-C. & Z./Nunspeet. (2019). KERKORDE van de CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND. https://cgk.nl/wp-content/uploads/2023/07/CGK-Kerkorde-2022-2410.pdf; artikel 30 K.O.
[7]  Synode van Dordrecht-C. & Z./Nunspeet. (2019). KERKORDE van de CHRISTELIJKE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND. https://cgk.nl/wp-content/uploads/2023/07/CGK-Kerkorde-2022-2410.pdf;, artikel 50 lid 2 K.O.
[8] Bouwman, H. (1934) § 78. (z.d.). https://kerkrecht.nl/node/2717/
[9] NJ 2020/323: Arbeidsrecht. Rechtspersonenrecht; inrichtingsvrijheid kerkgenootschap (art. 2:2 lid 2 BW); bepalingen BW inzake arbeidsovereenkomst v. . . | InView. (z.d.). InView. https://www.inview.nl/document/id40278badd8e549e6ba64c47b2a06f38d?ctx=W…

Permalink

Beste Hans,

Is er al een dergelijk verzoek gedaan aan een burgerlijke rechter om hierin uitspraak te doen, en kan elke afzonderlijke kerk hiertoe verzoeken? Of is het gebruikelijk dat een aantal kerken dit gezamenlijk gaat doen?

`prima verhelderend artikel overigens.

Permalink

Nee, dat verzoek is nog niet gedaan. Elke afzonderlijke kerk kan dat doen, maar ook kerkleden zelf, hoewel een groep van kerken daarvoor het meest geschikt lijkt. Samen optrekken, geeft ook een potentieel draagvlak weer. Dus een collectief van kerken zou het mooiste zijn.

Reactie toevoegen

De taalcode van de reactie.
Protected by Spam Master