Ontspoord kerkverband

De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken heeft op haar één na laatste zittingsdag besloten haar vergadering definitief te sluiten zonder het aanwijzen van een roepende kerk voor het samenroepen van de volgende generale synode. Uit mediaberichten valt op te maken dat daaruit wordt geconcludeerd dat het Christelijke Gereformeerde kerkverband zou zijn opgehouden te bestaan. Ook zijn er her en der geluiden van initiatieven vanuit plaatselijke kerken om zelf een roepende kerk aan te wijzen en daarvoor onder de zusterkerken steun te verwerven. Zodra een meerderheid van kerkenraden eraan meewerkt, zou dan de CGK Hoogeveen de roepende kerk zijn. Het is een sympathiek initiatief, maar het is de vraag of er een meerderheid van kerkenraden voor zal zijn. Hoewel het convent van april 2024 daarvoor wel een bemoedigende aanwijzing geeft, is het dan de vraag of het voldoende legitiem is. Wellicht dat een andere aanpak meer rechtszekerheid geeft en veel gedoe op termijn kan voorkomen. 

ontspoort kerkverband
Hans Bügel

De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken heeft op haar één na laatste zittingsdag besloten haar vergadering definitief te sluiten zonder het aanwijzen van een roepende kerk voor het samenroepen van de volgende generale synode. Uit mediaberichten valt op te maken dat daaruit wordt geconcludeerd dat het Christelijke Gereformeerde kerkverband zou zijn opgehouden te bestaan. Ook zijn er her en der geluiden van initiatieven vanuit plaatselijke kerken om zelf een roepende kerk aan te wijzen en daarvoor onder de zusterkerken steun te verwerven. Zodra een meerderheid van kerkenraden eraan meewerkt, zou dan de CGK Hoogeveen de roepende kerk zijn. Het is een sympathiek initiatief, maar het is de vraag of er een meerderheid van kerkenraden voor zal zijn. Hoewel het convent van april 2024 daarvoor wel een bemoedigende aanwijzing geeft, is het dan de vraag of het voldoende legitiem is. Wellicht dat een andere aanpak meer rechtszekerheid geeft en veel gedoe op termijn kan voorkomen. 

 

Atypisch

Er is sprake van een bijzondere situatie, omdat sprake lijkt van een atypische kerkscheuring. Waarschijnlijk is het zelfs een unieke gebeurtenis, omdat normaliter de scheuring van een kerkverband met zich meebrengt dat een deel van de kerken zich losmaakt van het kerkverband of - vermoedelijk minder vaak voorkomend - door de meerderheid wordt uitgestoten. In dit geval is geen van beide gebeurd. De synode heeft geen uitvoering gegeven aan haar in de kerkorde opgedragen taak om een roepende kerk aan te wijzen voor een volgende generale synode. Het gevolg hiervan is dat er in beginsel geen nieuwe generale synode kan worden samengeroepen, omdat er geen plaatselijke kerk is die daartoe rechtmatig is aangewezen. En daarmee is het kerkverband uit het spoor gelopen, het is ontspoord. De gedachte dat het kerkverband zou zijn opgehouden te bestaan, is onjuist; het kerkgenootschap zijnde de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland bestaat als zodanig nog steeds. Zijn functioneren is uiteraard wel in het geding en op termijn kan het de ineenstorting van het kerkverband betekenen. Het kerkverband is ontregeld en komt daardoor vermoedelijk tot stilstand. De situatie wordt verergerd doordat het kerkverband innerlijk verdeeld is. Afgaande op de peilingen van het convent van 20 april 2024 wilde 60% van de kerken geen scheuring vanwege ViA. Dat betekent dat er rekening mee gehouden moet worden dat er een substantiële minderheid is die er niet mee instemt dat de meerderheid Hoogeveen als roepende kerk aanwijst. Deze minderheid - zo is het vermoeden - gaat haar eigen roepende kerk aanwijzen voor het bijeenroepen van een generale synode van de CGK. Dan zijn er ineens twee roepende kerken en op termijn twee generale synoden die zichzelf beschouwen als legitieme landelijke vergadering. Dat lijkt een weinig vruchtbare weg, terwijl bovendien geen van beide synoden zomaar aanspraak kunnen maken op het tot het CGK-kerkverband behorende vermogen. Met andere woorden, er valt een legitimatieprobleem te voorzien. Dat klemt temeer als door de huidige nog bestaande deputaatschappen dezelfde verdeeldheid loopt die nu binnen het kerkverband zichtbaar lijkt te worden. Daarmee lijkt het een sympathiek en praktisch initiatief van de CGK Dordrecht-Zuid om als kerkenraad met een besluit een roepende kerk aan te wijzen, maar is dat vermoedelijk minder uitvoerbaar dan het op het eerste gezicht lijkt. 

 

Rechterlijk mandaat

Het legitimatieprobleem is een gevolg van een bevoegdheidsleemte. Artikel 50 K.O. schrijft immers - in feite dwingend - voor dat de generale synode zelf een roepende kerk aanwijst voor het bijeenroepen van de volgende generale synode. Het is dus bij uitstek de taak, bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de generale synode zelf om een roepende kerk aan te wijzen en van niemand anders. Dat is op zichzelf ook wel logisch dat het zo geregeld is, omdat ter synode geacht worden alle kerken van het kerkverband vertegenwoordigd te zijn en het betreft iets wat mindere vergaderingen, zoals een kerkenraad en classis, niet kunnen, omdat zij niet alle kerken vertegenwoordigen. Artikel 50 K.O. bepaalt dat de synode in de regel eens in de drie jaar bij elkaar komt, tenzij er gewichtige redenen zijn om eerder bijeen te komen. Indien de generale synode naar het oordeel van tenminste twee particuliere synoden binnen de drie jaar moet worden samengeroepen, dan heeft de daartoe aangewezen roepende kerk de taak, met advies en goedkeuring van haar particuliere synode, tijd en plaats daarvan vast te stellen. Het is duidelijk dat er geen uitvoering kan worden gegeven aan artikel 50 K.O.. Om hieraan tegemoet te komen, moet er iemand of een instantie zijn die bevoegd gemaakt wordt om een roepende kerk aan te wijzen. De enige instantie die daarin kan voorzien, is de burgerlijke rechter. Die kan een voorziening treffen waarbij bijvoorbeeld het deputaatschap vertegenwoordiging het mandaat krijgt om namens het kerkgenootschap een roepende kerk aan te wijzen. Met het mandaat van de rechter heeft het deputaatschap namens het kerkgenootschap de legitimatie om de roepende kerk aan te wijzen. Die aanwijzing geschiedt dan ook namens het gehele kerkverband. En daarmee is er een juridisch/kerkelijke relatie tussen het kerkgenootschap en de roepende kerk. Na aanwijzing van de roepende kerk treedt de kerkorde weer in werking. En daarmee wordt ook de bevoegdsheidsleemte opgelost.

 

Prorogatie

Er zijn gewichtige redenen om de synode binnen drie jaar bijeen te roepen, omdat de afgesloten synode verzuimd heeft haar agenda af te handelen. Er zijn nog voldoende zaken die op afhandeling wachten; in het bijzonder geldt dat voor rechtzoekenden binnen het kerkverband die appel hebben ingesteld of een revisieverzoek hebben gedaan. Er is dus alle reden voor particuliere synoden, althans minstens twee van hen, om hiertoe het initiatief te nemen. Dat zou kunnen door middel van een dagvaardingsprocedure bij de rechtbank, maar het kan ook eleganter, door als particuliere synoden en deputaatschap vertegenwoordiging gezamenlijk zich tot de kantonrechter te wenden van hun keuze. Dat is een informele rechtsingang waarbij partijen gezamenlijk een verzoekschrift kunnen indienen bij de kantonrechter. Deze zogenaamde prorogatie is eenvoudig, informeel, goedkoop en snel. Zodra de machtiging is verleend, kan het deputaatschap vertegenwoordiging de roepende kerk aanwijzen waarna de roepende kerk bevoegd als roepende kerk, overeenkomstig de bepalingen van de kerkorde, kan handelen. Daarmee wordt de bevoegdheidsleemte rechtens opgelost. De rechter creëert een bevoegdheid voor deputaten vertegenwoordiging om daadwerkelijk namens het kerkgenootschap zelf een roepende kerk aan te wijzen. Daarmee wordt de continuïteit en de legitimiteit van de synode gewaarborgd en gegarandeerd, terwijl de roepende kerk volledig haar bevoegdheden op basis van de kerkorde namens het kerkgenootschap kan uitvoeren. 

 

In overeenstemming met de kerkorde

De keuze voor particuliere synoden en het deputaatschap vertegenwoordiging ligt besloten in de gedachte dat, om rechtmatig een roepende kerk aan te kunnen wijzen, zo veel mogelijk in overeenstemming met de kerkorde moet worden gehandeld. De particuliere synoden hebben op grond van de kerkorde al de bevoegdheid om de synode eerder samen te roepen. Dat samenroepen moet plaatsvinden via de door de vorige synode aangewezen roepende kerk. Die aanwijzing heeft weliswaar niet plaatsgevonden, maar de bevoegdheid van de particuliere synoden om de synode eerder bijeen te roepen is daarmee niet afgenomen, maar bestaat nog steeds. Uit de regeling vertegenwoordiging van de kerken geeft het deputaatschap vertegenwoordiging de bevoegdheid om het kerkgenootschap te vertegenwoordigen. Bovendien is dit deputaatschap samengesteld uit oud-moderamen leden dat als klankbord kan fungeren voor de roepende kerk. Hierdoor worden er zo weinig mogelijk inbreuken gepleegd op de, in de kerkorde geregelde, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verschillende gremia en wordt de ingreep van de rechter beperkt tot het opheffen van de bevoegdheidsleemte en het verschaffen van legitimiteit door op verzoek van de meest gerede partijen een machtiging aan het deputaatschap vertegenwoordiging te geven. Op deze manier kan het ontspoorde kerkgenootschap weer op de rails worden gezet. Zeker, dan zijn de diepgaande geschillen niet opgelost, maar kan het kerkverband wel functioneren. De agenda kan alsnog worden afgehandeld en daarmee keert de orde binnen de kerken enigszins terug, want onze God is geen God van wanorde, maar van vrede. 

 


 

Permalink

Laten we alsjeblieft de rechterlijke macht hierbuiten houden.

Dhr.Bugel mag dan meester in de rechten zijn, maar binnen onze kerken dienen we als broeders met elkaar om te gaan.

 

Als antwoord op door R Dees (niet gecontroleerd)

Permalink

Geachte heer Dees,

Zeker, moeten we als broeders met elkaar omgaan. Dat is in deze niet het punt. Om echter een rechtsgeldige roepende kerk te kunnen aanwijzen die namens het kerkgenootschap bevoegd is om een synode samen te roepen, is er in dit geval een rechtelijke machtiging nodig. De synode heeft immers bewust geen roepende kerk aangewezen. En om er voor te zorgen dat er voor de roepende kerk een legitieme basis is, moet de rechter daarvoor een machtiging geven. In mijn blog leg ik uit dat heel broederlijk kan doordat twee particuliere synoden en het deputaatschap vertegenwoordiging SAMEN en in goed ONDERLING overleg de kantonrechter daarom vragen, die dat dan moeiteloos zal geven. Daarna is de kantonrechter weer uit beeld; het is gewoon een formele handeling om het kerkgenootschap ook vermogensrechtelijk te verbinden met de roepende kerk. Niet meer en niet minder. 

Permalink

Dank aan br. Hans Bugel voor zijn inzet voor de  CGK-Kerken in Nederland 

Permalink

Geachte heer Bügel,

U wijst een elegante route om toch tot een roepende kerk te komen waarvan de legitimiteit buiten discussie staat. Ik voorzie echter een mogelijk probleem bij de rol die deputaten vertegenwoordiging in deze route krijgen, nl. dat zij samen met twee particuliere synodes een verzoek indien bij de kantonrechter. Mede doordat het moderamen van de nu afgelopen synode onderling verdeeld was over de vraag of er wel een roepende kerk aangewezen moest worden, is de huidige onordelijke situatie ontstaan. Waarom zou dit oud-moderamen als deputaten vertegenwoordiging nu wel meewerken aan het ordentelijk aanwijzen van een roepende kerk? Ik zie het nog niet gebeuren.

U merkt terecht op dat het oud-moderamen de huidige onordelijke situatie heeft laten ontstaan. Of deputaten vertegenwoordiging willen meewerken, is inderdaad de vraag. Het oud-moderamen heeft in zijn brief aan de kerkenraden wel nadrukkelijk aangegeven dat zij de belangen behartigen van alle 181 gemeenten zullen behartigen. Daarin ligt mijns inziens besloten dat het deputaatschap vertegenwoordiging zijn medewerking in redelijkheid niet kan weigeren. Het deputaatschap heeft in deze een meer zelfstandige positie, mogelijk zelfstandiger als moderamen dat ten dienste van de vergadering fungeerde. Daarbij denk ik wel dat van belang kan zijn in hoeverre de plaatselijke kerken duidelijk maken dat zij een roepende kerk willen. Daarom lijkt mij dat het initiatief van CGK Dordrecht-Zuid wel erg van belang. Het geeft een indicatie in hoeverre de kerken willen dat een roepende kerk, in casu de CGK Hoogeveen, wordt aangewezen. Dat schept argumenten om zo nodig het deputaatschap te dwingen mee te werken, omdat dit in het belang is van de CGK in haar geheel.

Permalink

De Christelijke Gereformeerde Kerk bestaat de jure nog wel, dat wordt ook door niemand ontkend, maar de facto is het kerkverband per 3 juni helaas opgehouden te bestaan. Zou inschakelen van een wereldlijke rechter om een commissie volmacht te geven een roepende kerk aan te wijzen, iets wijzigen aan de situatie waarin de CGK zich bevindt? De CGK is geestelijk ingestort en dat herstel je niet met toepassing Nederlandse wet- en regelgeving.  Soms kun je zaken maar beter in de handen leggen van de Hemelse rechter dan alles  juridisch zelf op te willen lossen.

De manier waarop de predikant van Dordrecht een roepende kerk aangewezen heeft, was goedbedoeld, maar voor zijn actie geldt dat haastige spoed, zelden goed is. De CGK Rijnsburg heeft nu een initiatief genomen voor een convent van Christelijke Gereformeerde gemeenten op 27 a.s. Het lijkt me zinvoller af te wachten waartoe deze bespreking leidt. Waarschijnlijk komt uit deze bespreking een voorstel om een institutionele vergadering te beleggen waarin kan worden gewerkt aan de vorming van een nieuw kerkverband voor de Christelijke Gereformeerde gemeenten. 

Laten we vooral iet vergeten om onze kerkenraad te bidden om wijsheid in deze kwestie, want het is nu nog volkomen onduidelijk hoe dit nieuwe kerkverband er uit zal zien en hoe de afzonderlijke kerkenraden zich tot dit nieuwe kerkverband willen verhouden. 

 

Permalink

Met u ben ik het eens dat het beter is om ook het kerkverband in de handen van onze Hemelse Vader te leggen, maar het sluit niet per definitie uit dat er door mensen wordt gehandeld, zo nodig juridisch. Voor mij is daarbij van belang dat het risico bestaat dat er sprake kan zijn van een kapitaal vernietiging, zowel materieel als immaterieel. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de gevolgen voor de emeritikas etc. Om gevolgen voor dat soort zaken zoveel mogelijk te voorkomen, lijkt mij dat het gerechtvaardigd om de ontsporing van het kerkverband zo mogelijk te herstellen. Alle huidige initiatieven leiden, voor zover ik kan overzien, niet tot het behoudt van het bestaande kerkgenootschap. Het initiatief van CGK Dordrecht-Zuid vind ik  goed, omdat het duidelijk hoeveel kerken vinden dat er een roepende kerk alsnog moet worden aangewezen. Dat laat onverlet dat dit uiteraard biddend zal moeten gebeuren.

Reactie toevoegen

De taalcode van de reactie.
Protected by Spam Master