Komende woensdag vindt de voortgezette najaarsvergadering van de classis Zwolle van de Christelijke Gereformeerde Kerken plaats op Urk. Voor zover er al geen sprake was van een beladen sfeer tussen de kerken, zal de sfeer er vermoedelijk niet beter op zijn geworden door de onbezonnen actie van de kerkenraad van Eben-Haëzer op Urk om het contact met de kerk van Zwolle te verbreken. Niet omdat het besluit van de kerkenraad van Eben-Haëzer kerkrechtelijk rechtsgevolgen heeft, maar omdat de onderlinge verhoudingen door het besluit op de proef worden gesteld.
Toch een relatie
Beide kerken zullen naar verwachting hun afgevaardigden naar de classisvergadering toe sturen en de geloofsbrieven van beide afvaardigingen zullen probleemloos worden aanvaard. Voor de afgevaardigden geldt dat zij rechtmatig ter vergadering zijn. Zij zijn volledig bevoegd om mee te doen in de vergadering. Ofschoon de kerkenraad van Eben-Haëzer met zijn besluit te kennen heeft gegeven in feite geen relatie meer met de Zwolse kerk te willen onderhouden, blijkt in de kerkelijke praktijk dat zij toch in relatie tot elkaar staan. Beide behoren tot hetzelfde kerkverband en zij zijn dan ook op elkaar aangewezen.
Ongemakkelijk
Toch maakt de handelswijze van de kerkenraad van Eben-Haëzer de omgang tussen de afgevaardigden van beide kerken ongemakkelijk. En niet alleen tussen beide, maar ook met alle afgevaardigden. Hoewel de afgevaardigden van Eben-Haëzer ter vergadering zonder last of ruggespraak zijn, omdat zij niet primair het belang van de eigen plaatselijke kerk dienen, maar dat van de kerken in het ressort van de classis in hun geheel, lijkt het niet voor de hand te liggen dat de afgevaardigden van Eben-Haëzer in hun bijdragen en stemgedrag afstand zouden nemen tot de kerkenraad van Eben-Haëzer indien en voor zover de classis de handelswijze van Eben-Haëzer veroordeelt; ondanks dat het kerkenraadsbesluit van Eben-Haëzer formeel misschien niet zal zijn geagendeerd op de voortgezette classisvergadering, lijkt het nauwelijks voorstelbaar dat het niet ter sprake komt. Bekend is dat de kerkenraad van Eben-Haëzer revisie heeft gevraagd van besluiten die in de vorige vergadering zijn genomen en direct verband houden met de aanleiding voor de kerkenraad van Eben-Haëzer om het contact met de kerk van Zwolle te verbreken. Daarnaast heeft de kerkenraad van Eben-Haëzer ook zijn bezwaren bij de Particuliere Synode geuit tegen deputaten van artikel 49 K.O. en haar verzocht de deputaten te berispen en zelfs te ontslaan. En in het kader van de revisieverzoeken en zijn verzoeken aan de Particuliere Synode is er alle reden om de afgevaardigden van Eben-Haëzer aan te spreken op en te confronteren met en te veroordelen om de eigenzinnige handelswijze van de kerkenraad van Eben-Haëzer. Hij heeft in strijd met de kerkorde gehandeld; de classisvergadering heeft, met oog op het belang van geheel van de kerken en in het bijzonder het belang van haar ressort, de verplichting om de kerkenraad van Eben-Haëzer op te roepen dat besluit te herroepen en daarover schuld te belijden en zich te verzoenen met de classis en meer in het bijzonder met de kerk van Zwolle. Ofschoon het kerkenraadsbesluit geen kerkrechtelijke gevolgen heeft, is het besluit niet-geestelijk van aard.
Niet het kerkverband, maar de Heer
Ongetwijfeld dat dit voor Eben-Haëzer en haar medestanders onrechtvaardig voelt dat zij tot de orde zouden moeten worden geroepen en schuld zouden moeten belijden omdat de kerk van Zwolle al jarenlang synodebesluiten negeert en daarmee zelfs in strijd handelt; hoewel dat gevoel te begrijpen valt, is dat toch onterecht. Dat het niet nakomen van synodebesluiten door onder andere de kerk van Zwolle tot veel onrust, onenigheid en kerkelijke verdeeldheid leidt, wordt veroorzaakt doordat die besluiten door die kerken in geweten niet kunnen worden aanvaard, maar dat wordt door kerken als Eben-Haëzer niet geaccepteerd. De kerken hebben namelijk in de kerkorde afgesproken hoe kerkelijke besluiten tot stand komen, maar ook onder welke voorwaarden er geen gebondenheid is aan besluiten; als een besluit in geweten in strijd wordt bevonden met het Woord van God, het belijden van de kerk of de kerkorde, is er geen gebondenheid aan zo’n besluit. De primaire loyaliteit van kerken ligt immers niet bij het kerkverband op zichzelf maar bij de Heer van de kerk, Jezus Christus. Kerken conformeren zich niet aan synodebesluiten, maar conformeren zich aan Gods Woord en aanvaarden synodebesluiten omdat zij met dat Woord overeenstemmen.
Geen gezag van besluiten
In dat licht doet het wellicht tekort aan de Heer van de kerk om steeds te streven naar gehoorzaamheid aan het synodebesluit en loyaliteit aan het kerkverband. Of, zoals Prof. Greijdanus ooit schreef: ‘De meerdere vergaderingen hebben geen eigen macht. En haar besluiten hebben gezag voor zover en omdat zij rusten op Gods Woord en daarmee overeenkomen. En doen zij dit niet, dan missen zij Goddelijke autoriteit, hebben slechts menselijk gezag voorzover zij althans niet fout en zondig zijn. Dus zelfs niet de synodale besluiten inzake de leer der waarheid binden de consciëntie, d.i. hebben Goddelijke autoriteit, als synodale uitspraken of beslissingen, maar alleen omdat zij en voorzover zij metterdaad rusten op en overeenkomen met Gods Woord. En hoeveel te meer zal zulks dan gelden van haar andere besluiten’.
Geen gebrek aan leiding
Misschien is het feit dat er al twintig jaar op de classis met Zwolle over homoseksuele relaties wordt gesproken, terwijl de laatste generale synode opnieuw het onderwerp heeft teruggelegd bij de classes, geen gebrek aan leidinggeven door de generale synode, zoals ds Uitslag meent, maar veel eerder de leiding van de Heer van de kerk door de Heilige Geest om de kerken duidelijk te maken dat zij verdraagzaam mogen zijn. En dat zou moeten kunnen, juist omdat God zelf, in Zijn verdraagzaamheid, voorbij gaat aan de zonden die in het verleden zijn begaan, om nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid te bewijzen: Hij laat zien dat Hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft. Vrijspraak dus voor iedereen die in Jezus gelooft.
Verdraagzaamheid
Verdraagzaamheid is geen gemakkelijke gedoogconstructie, maar een geestelijke inspanning die geloofsmoed en geloofsvertrouwen vraagt. Dat vereist misschien wel een andere attitude; de focus op besluiten die bij meerderheid genomen zijn, betreffen kennelijk besluiten die bij een minderheid van de kerken tot gewetensnood leiden. Dat is geen gemakkelijk excuus om zich aan kerkelijke besluiten te onttrekken, maar na twintig jaar debat, onderricht en vermaan, is toch genoegzaam gebleken dat de kerkelijke vergaderingen de gewetensbezwaren niet hebben kunnen wegnemen. En ondanks die diepgaande verschillen, hebben er classisvergaderingen plaatsgevonden en zijn er talloze kerkelijke activiteiten geweest die gezamenlijk en uit liefde voor de Heer zijn gedaan. Daar is in al die jaren ook om zegen voor gebeden en ontvangen. Als het kerkverband - en in het bijzonder de classis Zwolle - altijd is blijven functioneren, mag voorzichtig gezegd worden dat de Heer Zijn zegen niet heeft onthouden ondanks verschillen van mening. Ook om die reden past het de kerkenraad van Eben-Haëzer uit zichzelf schuld belijdt voor zijn besluit en dat besluit herroept en de weg van de verdraagzaamheid bewandelt. Dat kan, omdat de kerken van de Heer zijn, door Hem zijn uitgekozen, de kerken heilig zijn en God in Christus de kerken liefheeft. Dat verandert de houding zelfs als er grote moeite is met andermans opvatting, maar vanuit Gods liefde kunnen de kerken dan toch onderling innig medeleven tonen, goed zijn voor elkaar in nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. Die houding geeft ruimte om elkaar te verdragen en te vergeven, zoals ook de Heer ons vergeven heeft. Dan wordt het doel om vanuit de liefde van Christus te leven en elkaar boven alles lief te hebben, omdat juist die band van de liefde de kerken tot een volmaakte eenheid maakt. Die eenheid wordt nooit zonder die liefde bereikt, ook niet door nakoming van kerkelijke besluiten af te dwingen, want dat is gebaseerd op gezag van mensen en instituten, maar geen gezag van de Heer. Weg daarom met alle menselijke autoriteit inzake de kerk van de Heer, ook wanneer die mensen in classis of synode vergaderd zijn. Zij hebben geen eigen gezag. God alleen heeft het over Zijn kerk te zeggen, en dan ook alles te zeggen, en dus heeft Zijn Woord het alleen en alles te zeggen. En dat Woord roept op tot verdraagzaamheid en aan dat Woord zijn de kerken gebonden.
Reactie toevoegen