Nominaal Christelijk Gereformeerd

Het is droevig gesteld met de Christelijke Gereformeerde Kerken. Een generale synode die haar taak heeft verzaakt om een roepende kerk aan te wijzen, heeft het kerkverband opzettelijk laten ontsporen. Het verwijt van de rechterflank dat de linkerflank het kerkverband zou hebben opgeblazen, omdat zij zich niet aan gezamenlijk door het kerkgenootschap genomen besluiten houdt, is onterecht. Een meerderheid die het besluit ViA neemt waarvan zij wist althans kon weten dat de minderheid dat niet kan dragen, kan zich niet verschuilen achter de vastheid en bondigheid van dat besluit.

nominaal christelijk gereformeerd
Hans Bügel

Het is droevig gesteld met de Christelijke Gereformeerde Kerken. Een generale synode die haar taak heeft verzaakt om een roepende kerk aan te wijzen, heeft het kerkverband opzettelijk laten ontsporen. Het verwijt van de rechterflank dat de linkerflank het kerkverband zou hebben opgeblazen, omdat zij zich niet aan gezamenlijk door het kerkgenootschap genomen besluiten houdt, is onterecht. Een meerderheid die het besluit ViA neemt waarvan zij wist althans kon weten dat de minderheid dat niet kan dragen, kan zich niet verschuilen achter de vastheid en bondigheid van dat besluit. Evenmin kan die meerderheid zich op het standpunt stellen dat kerken die het besluit ViA niet hebben aanvaard, maar ambten open hebben gesteld, die zich niet houden aan Schrift, belijdenis, kerkorde en geldende synodale besluiten. Een meerderheid die doelbewust een besluit neemt waarvan zij op voorhand weet dat een grote minderheid dat besluit niet kan dragen, handelt onverdraagzaam. Een dergelijk besluit kan niet vast en bondig zijn, omdat het in strijd is met het belijden van de kerk. Dat besluit heeft geen legitimiteit, omdat het de basis van het kerkverband, de belijdenis van de kerk ondermijnt. Het mag dan niet verbazen dat het kerkverband daardoor kerk-bestuurlijk vastloopt. Het is zeker niet klassiek Christelijk Gereformeerd om kerkelijke besluiten funderend gezag toe te kennen, maar synodaal Christelijk Gereformeerd.

Fundament en kerkverband
Het fundament van het kerkverband berust namelijk op de door de kerken van het kerkverband aanvaarde confessie. Professor J. Hovius merkt in zijn ‘Notities betreffende de synode te Emden’[1] over onder meer op over de synode te Emden dat ‘bepalingen ter bewaring van de geestelijke en organisatorische eenheid der kerken hebben alleen betrekking op de eenheid in gelóófsovertuiging zoals deze haar uitdrukking vindt in de confessie, of anders gezegd, zij hebben betrekking op de duidelijke leer der Heilige Schrift, waarop de belijdenis is gegrond. In andere dingen hebben de kerken in Emden elkander vrijgelaten, namelijk in die dingen, waarin Gods Woord, en dus ook de confessie, geen uitspraak doet. Het betreft hier de zogenaamde middelmatige dingen, de adiaphora’. De kerken aanvaarden dus de belijdenis, omdat ze overeenstemmen met de Schrift en getrouw naspreekt wat de Schrift leert. Dit uitgangspunt wordt voluit onderschreven in de notitie van het deputaatschap kerkorde en kerkrecht uit december 2020 betreffende ‘Bevoegdheden meerdere vergaderingen t.a.v. kerken die afwijken van kerkordelijke besluiten’. Het deputaatschap schrijft in dit verband: “De eenheid van de kerk ligt in de daadwerkelijke erkenning van Christus’ koningschap en de eenheid in de Schriftuurlijke leer. Daarom vormt de gereformeerde belijdenis de onmisbare en onopgeefbare grondslag van het plaatselijke kerkelijke leven en van het kerkverband. De grond onder het kerkverband is de gemeenschappelijke belijdenis, en op grond van de eenheid die daarin gevonden werd zijn er verdere afspraken gemaakt om kerkelijk samen te leven. De grond onder het kerkverband zijn dus niet de kerkelijke afspraken op zich, maar de eenheid in belijden - en zolang díe eenheid in stand is, zal ook de organisatorische eenheid bewaard moeten blijven”.[2]

Vrijheid van profetie
Deze opvatting komt ook terug in het ondertekeningsformulier dat in zijn preambule expliciteert dat: "Door het plaatsen van een handtekening onder het ondertekeningsformulier, door het ja-woord in de bevestigingsdienst en door de openlijke verklaring aan het begin van iedere generale synode beloven ambtsdragers hun ambtswerk te doen in gebondenheid aan de leer van de Heilige Schrift zoals die is verwoord in onze belijdenisgeschriften. Dit vormt de basis van onze eenheid als kerkverband. Op grond hiervan hebben we elkaar gevonden en mogen we samen kerk zijn."[3] Er kan dan ook geen misverstand over bestaan dat de basis voor de eenheid van de Christelijke Gereformeerde Kerken gebaseerd is op de gebondenheid aan de leer van de Heilige Schrift zoals die is verwoord in de belijdenisgeschriften. Zij zijn daaraan gebonden omdat de kerken ervan overtuigd zijn dat zij de leer van de Heilige Schrift getrouw naspreekt. Weliswaar heeft de belijdenis geen op zichzelf staand gezag, want ze is geen ‘norma normans’ maar ‘norma normata’. Haar gezag ontleent ze dan ook aan de Heilige Schrift. De kerken hebben deze belijdenissen aanvaard omdat ze overeenstemmen met de Schrift en vragen daarom van hun ambtsdragers om ermee in te stemmen. De kerken binden zich aan de belijdenisgeschriften omdat we ons gebonden weten aan de Heilige Schrift[4]. Ook blijkt uit de preambule dat het Gereformeerd kerkrecht binnen deze confessionele grens flexibel is, zoals professor Selderhuis dan ook terecht constateerde in zijn recente opiniebijdrage in het Reformatorisch Dagblad.[5] Zo kent de belijdenis van de kerk ‘vrijheid van profetie’. Er blijkt veel ruimte voor vrije gedachtewisseling over allerlei onderwerpen en doorvertaling van Bijbelse principes naar de praktijk. De belijdenis van de kerk laat hiervoor dus veel vrijheid, terwijl gelijktijdig de belijdenis de grens markeert waarbinnen men dient te opereren.[6]

Interpretatiekader
Dat is dan ook niet zonder betekenis voor artikel 31 K.O.. Als artikel 31 K.O. bepaalt dat een besluit niet in strijd mag zijn met Gods Woord, betreft dat de uitleg van Gods Woord zoals dat verwoord is in de belijdenisgeschriften. Hoewel de Heilige Schrift de hoogste norm is, als de norm die normerend is en zelf door niets genormeerd wordt zijnde de ultieme, absolute en onfeilbare gezagsbron, hebben de kerken op basis daarvan de belijdenis als gezamenlijk en normatief interpretatiekader van Gods Woord aanvaard. Dit interpretatiekader omvat zowel de expliciete leer van de belijdenis alsook die zaken die zo direct en vanzelfsprekend voortkomen uit de belijdenis van de kerk, dat de kerk daarover ook altijd al heel duidelijk en eensgezind is geweest, dat op grond daarvan geen andere bijbelse uitleg mogelijk is binnen de grenzen van de belijdenis van de kerk. Dit betekent dat, terwijl de generale synode in 2022 uitsprak ‘dat de thematiek ‘vrouw en ambt’ zodanig de omgang met en mogelijk het gezag van de Schrift raakt, alsook de wijze waarop wij samen met de Schriften omgaan en de wijze waarop wij samen kerk zijn, dat het van principieel gewicht is dat wij over dit onderwerp als kerken samen besluiten’, zij ten onrechte het onderwerp als van principieel gewicht heeft gekwalficieerd. De belijdenisgeschriften van de Christelijke Gereformeerde Kerken – in het bijzonder de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels – bevatten immers geen enkele expliciete bepaling of artikel dat stelt dat kerkelijke ambten uitsluitend voor mannen bestemd zijn of dat vrouwen van ambten zijn uitgesloten. Deze belijdenissen spreken wel over de noodzaak, aard en taken van de ambten, bijvoorbeeld in de artikelen 30[7] en 31[8] Nederlandse Geloofsbelijdenis, maar spreken niet uit dat zij zouden zijn voorbehouden aan mannen. Hoewel er op zichzelf gesproken kan worden van een gereformeerde ambtsleer, is er geen leer over de vrouw in dat ambt, die daaruit zo direct en vanzelfsprekend voortkomt. Met andere woorden, de uitsluiting van vrouwen uit het ambt is niet zo onontkoombaar af te leiden uit de belijdenis dat alternatieve, bijbels gefundeerde interpretaties onmogelijk worden. Sterker nog, er bestaat geen gevestigde en onbetwiste consensus binnen de gereformeerde theologische traditie die de uitsluiting van vrouwen uit het ambt als een absoluut en confessioneel bindend principe voorschrijft. Dat blijkt ook uit het synodebesluit zelf; daarin wordt onder meer uitgesproken -en daarmee dus ook erkend- dat er verschillende opvattingen zijn over het thema 'vrouw en ambt' en er verschil in Schriftverstaan kan zijn, maar zij die een andere schriftvisie hebben op dit punt hun plaats in de kerken voluit kunnen blijven innemen.[9] Het bestaan van een minderheidsrapport van de studiecommissie dat wél ruimte zag voor vrouwen in het ambt, toont op zichzelf al aan dat er binnen de kerken zelf legitieme theologische argumenten zijn die tot een andere conclusie leiden, zonder dat dit als in strijd met de belijdenis van de kerken is gekwalificeerd. Het betreft immers geen leeruitspraak. Dit wordt bevestigd door het deputaatschap Kerkorde en kerkrecht.[10] Dit betekent dus dat hoewel het bevestigen van vrouwelijke ambtsdragers afwijkt van concrete synodale besluiten, het afwijkende standpunt niet als een afwijking van de belijdenis zelf, dus op het niveau van een leeruitspraak, wordt gekwalificeerd.[11] Dit wordt ten slotte ook bevestigd door het feit dat de CGK met buitenlandse kerkgenootschappen correspondentie onderhoudt die vrouwelijke ambtsdragers kennen;[12] daaruit blijkt ook dat de belijdenis van de kerken ten aanzien van vrouw en ambt niet zo direct en vanzelfsprekend spreken zijn, omdat voor het onderhouden van correspondentie de aanvaarding van de belijdenis van de kerken wordt verondersteld.[13] Daarmee is aangetoond dat het besluit ViA, naar de orde van de kerken, geen zaak van principieel gewicht kan zijn.

Drogreden
De uitspraak van de synode in 2022 dat de thematiek ViA van principieel gewicht zou zijn en daarom de kerken hierover gezamenlijk moeten besluiten, is een drogreden. Immers uit de uitspraak zelf van de synode is de Bijbelse legitimiteit van het minderheidsstandpunt erkend, wat impliceert dat zijn schriftvisie binnen de confessie van de kerken blijft. Dit maakt het onmogelijk dat het Schriftgezag in het geding is, en daarmee dat het een zaak van "principieel gewicht" zou zijn, die uniforme binding eist. Als de synode zelf erkent dat er "verschillende opvattingen zijn over het thema 'vrouw en ambt'", terwijl tegelijkertijd het minderheidsstandpunt niet als onschriftuurlijk of ongereformeerd heeft gekwalificeerd, dan kan de Schriftuitleg van die minderheid per definitie niet raken aan het Schriftgezag in een gezagsondermijnende zin. Een Schriftuitleg die binnen de belijdenis valt en dus voor confessioneel schriftuurlijk moet worden gehouden, bevestigt juist het Schriftgezag. De synode probeert het principiële van ViA te verankeren in een bredere zorg over het Schriftgezag, maar zonder concreet aan te tonen hoe de legitimiteit van erkende minderheidsvisie op ViA dit het Schriftgezag daadwerkelijk ondermijnt.

Ongeloofwaardige en onjuiste oproep CGK Rijnsburg
Hiermee is de oproep van de kerkenraad van de CGK Rijnsburg ongeloofwaardig en onjuist. De impasse waarover hij spreekt, is niet veroorzaakt doordat een aantal kerken met name het besluit ViA niet voor vast en bondig houden, maar doordat de meerderheid van de synode afgevaardigden besluiten hebben genomen, die aantoonbaar in strijd zijn met gereformeerd kerkrecht en de kerkorde en meer in het bijzonder met artikel 31 K.O.. De kwestie vrouw en ambt is geen zaak van de confessie, maar behoort tot de vrijheid van de profetie zoals de preambule van het ondertekeningsformulier nadrukkelijk aangeeft. De preambule zegt dat een heel scala van onderwerpen is waarover onze belijdenis zich niet uitlaat. Ze brengt alleen de hoofdlijnen van de Bijbelse leer onder woorden. Dit laat ruimte voor verdere uitwerking van de gedachten die erin verwoord worden en het plaatsen van verschillende accenten zoals de tijd/context die vereist. Zo blijft er veel ruimte voor vrije gedachtewisseling over allerlei onderwerpen en doorvertaling van Bijbelse principes naar de praktijk. Onze belijdenis laat hiervoor veel vrijheid, terwijl gelijktijdig de belijdenis de grens markeert waarbinnen men dient te opereren. Let wel het meerderheidsstandpunt inzake ViA betreft geen Bijbelse leer van de kerk, omdat het geen leeruitspraak is, en daarom een visie van de meerderheid is. Door deze Schriftvisie te verabsoluteren heeft de meerderheid haar schriftvisie dwingend opgelegd aan de minderheid. Daarmee heeft zij niet alleen miskent dat zij daardoor wordt gehandeld in strijd met artikelen 7 en 32 NGB, maar handelt zij ook in strijd met het met de ondertekeningsformulieren waarvan de preambule met niet mis te verstane woorden stelt dat ‘door het plaatsen van een handtekening onder het ondertekeningsformulier, door het ja-woord in de bevestigingsdienst en door de openlijke verklaring aan het begin van iedere generale synode beloven ambtsdragers hun ambtswerk te doen in  gebondenheid aan de leer van de Heilige Schrift zoals die is verwoord in onze belijdenisgeschriften. Dit vormt de basis van  onze eenheid als kerkverband. Op grond hiervan hebben we elkaar gevonden en mogen we samen kerk zijn’. Meer in het bijzonder handelt de meerderheid daarmee in strijd met de erkende en aanvaarde ‘vrijheid van de profetie’ waarmee zij de basis van de eenheid van het kerkverband ondermijnt. Het veelgehoorde verwijt dat kerkenraden die niet aan besluiten van de synode houden, in strijd met het ondertekeningsformulier handelen -en daarmee woordbreuk plegen- is pertinent onjuist. Integendeel wie zich daadwerkelijk in woord en daad wensen te houden aan Schrift, belijdenis, kerkorde en geldende synodale besluiten, moeten terugkomen op het standpunt dat de besluiten over ViA in 1998, 2022 en de afwijzing van de revisieverzoeken over ViA kerkordelijk juist zou zijn. Het betreffen alle, in het licht van de gezamenlijke confessie, niet legitieme besluiten. En hoewel dat niet gelijk het einde van de kerk is, dreigt vernietiging van kapitaal, mensen, projecten, geld, en de negatieve gevolgen daarvan voor de voortgang van het Evangelie. Het steeds blijven vasthouden aan niet-legitieme besluiten hebben de Christelijke Gereformeerde Kerken nu aan de rand van de afgrond gebracht. Het betreffen besluiten waarvan gebleken is dat zij tot chaos, dat is: wanorde leiden. Daarom is er maar een weg terug en die is het herroepen van besluiten die niet voor vast en bondig kunnen worden gehouden, want onze God is geen God van wanorde, maar van vrede.
________________
[1] De Jong, O. (1973). J. HOVIUS, Notities betreffende de Synode te Emden, 1571, en haar artikelen, (Apeldoornse Studies No. 4), Uitg. J.H. Kok B.V., Kampen, 1972, 36 blz. ISBN 90.2420.539.5. Nederlands Archief Voor Kerkgeschiedenis / Dutch Review Of Church History, 53(2). https://doi.org/10.1163/002820373x00168
[2] Bevoegdheden meerdere vergaderingen t.a.v. kerken die afwijken van kerkordelijke besluiten’. (2020). In https://cgk.nl/wp-content/uploads/2023/07/Bevoegdheden-meerdere-vergade…. Geraadpleegd op 10 juni 2025, van https://cgk.nl/wp-content/uploads/2023/07/Bevoegdheden-meerdere-vergade…
[3] Preambule bij de kerkelijke ondertekeningsformulieren. (z.d.). Geraadpleegd op 9 juni 2025, van https://documentcloud.adobe.com/gsuiteintegration/index.html?state=%7B%…
[4] idem
[5]Selderhuis, H.J.. (2025, 7 april). Hopeloos of Noordeloos? CGK staan echt niet op omvallen. RD.nl. https://www.rd.nl/artikel/1102558-hopeloos-of-noordeloos-cgk-staan-echt…;
[6]  Preambule bij de kerkelijke ondertekeningsformulieren.
[7]Effusion - www.effusion.nl. (z.d.). Van de regering der Kerk door kerkelijke ambten | Nederlandse-Geloofsbelijdenis.nl.  
 Belijdenis. https://www.nederlandse-geloofsbelijdenis.nl/gewone-taal/artikel-30
[8] https://www.nederlandse-geloofsbelijdenis.nl/artikel-31
[9] Besluiten generale synode Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, 2022, p. 16
[10] Deputaten kerkorde en kerkrecht, 2024, pp. 70–71
[11] Bevoegdheden Meerdere Vergaderingen t.a.v. Kerken Die Afwijken van Kerkordelijke Besluiten’”, 2020, p. 15
[12]Christelijke Gereformeerde Kerken CGK. (2023, 15 augustus). Buitenlandse kerken overzicht - Christelijke Gereformeerde 
  Kerken: CGK. Christelijke Gereformeerde Kerken: CGK. 
  https://cgk.nl/binnen-de-kerk/deputaatschappen/buitenlandse-kerken/buit…
[13] Selectieve verdraagzaamheid | Vrije-Interpretatie. (z.d.). https://vrije-interpretatie.nl/selectieve-verdraagzaamheid

Reactie toevoegen

De taalcode van de reactie.
Protected by Spam Master