Discussie over alternatieve dodenherdenking in Den Haag. Oud-rijksambtenaren willen álle slachtoffers herdenken, stellen nationale herdenking niet inclusief genoeg. Echter, motieven lijken politiek: protest tegen oorlog in Gaza, Israël en Nederlands beleid. Nationale herdenking draait om WOII, Nederlandse slachtoffers en identiteit. Alternatieve herdenking gebruikt momentum voor politieke druk, ondergraaft gezamenlijk herdenken en leidt tot polarisatie.

De afgelopen dagen is er het nodige te doen over de alternatieve dodenherdenking op 4 mei in Den Haag. Deze alternatieve dodenherdenking wordt georganiseerd door oud-rijksambtenaren en diplomaten. Het moet een alternatief zijn voor de nationale dodenherdenking, omdat die, in de ogen van de organisatoren, onvoldoende inclusief zou zijn. Zij voelen namelijk de behoefte om de nationale herdenking inclusief te maken en stil te staan bij álle slachtoffers van genocide, oorlog, vervolging en onderdrukking. Want dat is precies wat, volgens de organisatoren, bedoeld is met de woorden: 'Nooit meer'. Hoewel dat streven op zichzelf steun verdient, lijken de echte motieven van de organisatoren van andere aard te zijn. Daarbij lijkt de alternatieve dodenherdenking niet zozeer een herdenking te zijn, maar meer het karakter te hebben van een protest, een aanklacht tegen oorlog en genocide en meer in het bijzonder tegen de oorlog in Gaza en het optreden van Israël en de houding de Nederlandse regering daartegenover. Daardoor is de alternatieve dodenherdenking kwestieus en niet aanbevelingswaardig.
Essentie van herdenking
De essentie van herdenking is, naar de kern genomen, het stilstaan bij het verleden. Zij is een reflectie die gericht is op een specifieke gebeurtenis, een persoon of een groep van personen. De focus is introspectief, gericht op het oproepen van herinneringen en ruimte geven aan emoties en reflectie op de betekenis van dat verleden waaraan wordt teruggedacht. Deze essentie ligt ook besloten in de opdracht van het Stichting Comité 4 en 5 mei. Uit het instellingsbesluit Nationaal Comité 4 en 5 mei van 27 november 1987 blijkt dat het comité tot doel heeft het geven van richting aan de zingeving van herdenken, vieren en het levend houden van de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. Ook uit de statuten van het comité blijkt dat zij tot doel heeft om richting te geven aan zingeving van herdenken en vieren. Blijkens de beleidsvisie van het Nationaal Comité 4 en 5 mei legt zij verschillende inhoudelijke accenten. Het comité ervaart een diepgevoelde plicht om de Holocaust blijvend een belangrijke plaats in de herdenking op 4 mei te geven waarbij aandacht voor verzet is van blijvende betekenis in haar werk. Op basis daarvan legt het comité inhoudelijke accenten, waarbij de Tweede Wereldoorlog het fundament blijft voor het comité; het is het anker van waaruit het Comité 4 en 5 denkt en werkt. Aan de hand van dat thema probeert zij andere ervaringen van oorlog en onvrijheid te verbinden zijnde ervaringen met conflicten en oorlogen elders, waar mensen in onze samenleving mee leven.
Nationale Dodenherdenking
Wat betreft de nationale dodenherdenking op 4 mei is zij gebaseerd op de Tweede Wereldoorlog, wat ook blijkt uit het memorandum van herdenking, zijnde de officiële tekst over wie er tijdens de herdenking worden herdacht. Hieruit blijkt dat allen herdacht worden – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord; zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog in Indonesië, als in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna. Uit dit memorandum blijkt dat het een herdenking is dat zich beperkt tot en verbonden is met mensen die als burgers en militairen van het koninkrijk der Nederlanden slachtoffer zijn geworden door of ten gevolge van oorlogsgeweld of door Nederlandse oorlogshandelingen in Indonesië zijn omgekomen en vermoord. Ook Nederlandse militairen die omgekomen zijn bij vredesmissies in opdracht van de Nederlandse regering worden herdacht. Daaruit blijkt dat het nationale karakter van de herdenking. Er wordt tijdens deze herdenking stilgestaan bij gebeurtenissen waarbij Nederlandse burgers en militairen betrokken zijn. Het betreffen bovendien gebeurtenissen die impact hebben gehad op de Nederlandse samenleving, waarbij in het bijzonder de Tweede Wereldoorlog diepe wonden heeft geslagen. De Nederlandse bevolking en samenleving heeft vijf jaren gezucht onder het Nazi-juk waarbij de democratie, de rechtsorde en het leven van Joden, zigeuners en homo’s werden vernietigd op zo’n grote schaal als nadien in Nederland zich niet meer heeft voorgedaan. En hoewel het misschien lang geleden lijkt, is de Tweede Wereldoorlog toch nog maar tachtig jaren geleden. Het herdenken van de Tweede Wereldoorlog en de betrokkenheid van Nederlanders bij andere oorlogen nadien zijn belangrijke momenten die bijdragen aan de identiteitsvorming en de verbinding van de Nederlandse samenleving. Bovendien zijn er nog generaties die de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog, de koloniale oorlog in Indonesië en vredesmissies ondervinden. Het belang om specifiek bij de Nederlandse geschiedenis stil te staan, is noodzakelijk om het besef levend te houden dat de vrijheid die de Nederlandse democratische rechtsstaat biedt niet vanzelfsprekend is. Het is daarom belangrijk de herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog, de koloniale oorlog in Indonesië en de vredesmissies levend te houden, te leren van de vaderlandse geschiedenis, respect te tonen voor de slachtoffers, trauma’s zowel individueel als collectief te verwerken en de gemeenschappelijke identiteit en waarden te versterken binnen de samenleving.
Onwenselijk protest
En daarom alleen al is de alternatieve dodenherdenking onwenselijk. De nationale dodenherdenking is een zuiver binnenlandse aangelegenheid. Dat er daarnaast in de wereld ook andere oorlogen gaande zijn, bevolkingsgroepen in hun voortbestaan worden bedreigd door militair geweld, mogelijk zelfs door genocide, is uiteraard verschrikkelijk, maar ze zijn geen reden om die bij een zuivere nationale aangelegenheid te betrekken. Dat er tijdens de twee minuten stilte mensen zullen zijn die ook denken aan Gaza en andere oorlogsgebieden is uiteraard ieders goed recht. Wat bezwaarlijk is, is dat de alternatieve dodenherdenking in feite geen herdenking is, maar veel eerder een protest. Dat blijkt uit wat de initiatiefnemers van de alternatieve dodenherdenking als aanleiding hebben gegeven om de alternatieve dodenherdenking te organiseren. Op hun website schrijven zij dat de verschrikkingen van de genocide op de Palestijnen en door het hierop terzijde schuiven van mensenrechten en internationaal recht door de Nederlandse staat aanleiding is voor de alternatieve dodenherdenking. Dat dit niet enkel de aanleiding is, maar ook het doel, wordt bevestigd door The Rights Forum die op haar website schrijft dat de alternatieve dodenherdenking naast de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog ook de slachtoffers herdenken van genocide en andere vormen van onderdrukking en oorlogsgeweld op andere plekken in de wereld, ‘mede door toedoen of nalaten van de Nederlandse staat’. Daarnaast willen ze niet alleen herdenken, maar ook solidariteit tonen met mensen die nu in Nederland zijn en die zijn gevlucht voor dergelijk geweld, of familie hebben die daar onder lijden. Bovendien blijkt uit de uitzending van Bar Laat, op 1 mei 2025, dat de alternatieve dodenherdenking ook, of misschien voornamelijk, een aanklacht is tegen de Nederlandse overheid in het algemeen en het huidige kabinet in het bijzonder. Dan ligt het accent niet zozeer op herdenken, maar op protest. De alternatieve dodenherdenking is een publieke uiting van bezwaren tegen de actuele politieke situatie en het huidige regeringsbeleid. het is een actieve manier om een mening kenbaar te maken om daarmee druk uit te oefenen op het kabinet om zijn beleid tegenover Israël te wijzigen. Daarmee is de focus van de alternatieve dodenherdenking prospectief, gericht op het communiceren van ongenoegen naar de verantwoordelijken, zoals het kabinet, maar ook de samenleving in het algemeen. En daarmee lijkt het momentum van de dodenherdenking te worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor dodenherdenking is bedoeld. Het wordt namelijk gebruikt om bezwaren kenbaar te maken, de publieke opinie te mobiliseren en het het kabinet onder druk te zetten om zijn beleid te wijzigen. En daarmee is het in feite een politiek protest in plaats van een nationale, apolitieke, herdenking. Het politiseren van de nationale dodenherdenking door een alternatieve herdenking te organiseren, ondergraaft het belang en de noodzaak van het gezamenlijk en nationaal herdenken en kan leiden tot extra polarisatie van de samenleving. Het is niet teveel gevraagd om op één dag in het jaar, gedurende twee minuten, als samenleving stil te zijn en even te stoppen met protest.
Reactie toevoegen