Inmiddels is duidelijk dat de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken alle onderwerpen die verband houden of samenhangen met het kerkverband en zijn voortbestaan in comité gaan bespreken. Het Reformatorisch Dagblad tekent op dat deze beslissing is genomen, omdat de synode uiterst zorgvuldig wil omgaan met deze gevoelige onderwerpen. Dat lijkt een redelijk argument, maar dat is het niet. De keuze om juist deze onderwerpen in comité te bespreken, zoals ook al op 12 oktober 2024 is gebeurd, is in strijd met de aard, bedoeling en beginselen van gereformeerd kerkrecht. Synode-afgevaardigden doen er verstandig aan om deze onderwerpen gewoon in het openbaar en met de livestream te bespreken.
Vergadering van kerken
Synodevergaderingen worden in het openbaar gehouden en slechts bij uitzondering in comité. De generale synode is namelijk een vergadering van kerken. Ter synode zijn alle kerken van het kerkverband vertegenwoordigd. Zij zijn vertegenwoordigd door middel van de afgevaardigden. Deze afgevaardigden bespreken en besluiten over onderwerpen die alle kerken binnen het kerkverband aangaan. Het zijn alle kerken van het kerkverband die door middel van de afgevaardigden ter synode vergaderen. Daarom is het vanzelfsprekend en van belang dat de afgevaardigden in de openbaarheid zich verantwoorden over de redenen voor en de besluiten over onderwerpen die ter synode aanhangig zijn. Alle agendapunten ter synode gaan over de kerken en gaan de kerken dan ook rechtstreeks aan. Het is daarom van belang dat afgevaardigden zich publiekelijk verantwoorden over de argumenten voor het ingenomen standpunt. Zoals Professor Rutgers in zijn commentaar op de Dordtse kerkorde reeds opmerkte, berust de openbaarheid van synodevergaderingen op de ‘beginselen van het kerkrecht, in aanwijzingen der Schrift en der oude kerkgeschiedenis.’ Verder merkt Rutgers in dit verband nog op: “En dus ligt het wel voor de hand, dat de leden der kerken als lastgevers er ook bij tegenwoordig mogen zijn. Elk lid afzonderlijk is wel geen lastgever, maar toch de kerk en die wordt gevormd door de leden. De leden der synode zijn wel geen lasthebbers der kerken maar toch hebben de leden der gemeente er belang bij. Het geldt hun zaken. De leden der kerken hebben zeker recht om op de vergadering hunner kerken tegenwoordig te zijn”.
Niet meer dan noodzakelijk
Hoewel de synode op zichzelf bevoegd is om agendapunten in comité te bespreken, is die bevoegdheid niet ongelimiteerd. Zij mag echter, zo schrijft de kerkorde voor, van dat recht niet meer dan noodzakelijk is, gebruik maken; niet meer dan noodzakelijk dus. Niet meer dan noodzakelijk brengt tot uitdrukking dat de synode slechts spaarzaam gebruik mag maken van haar recht om in comité te vergaderen. Daarmee wordt niet anders bedoeld dan dat de synode van haar recht alleen gebruikmaakt als dat strikt noodzakelijk is. Openbaarheid is dus het uitgangspunt, comité een uitzondering; de noodzakelijkheid impliceert proportionaliteit en subsidiariteit. Rechtvaardigt de behandeling van het onderwerp de inbreuk op de openbare behandeling van het onderwerp en is zij de meest doeltreffende manier om het onderwerp te behandelen? Het argument dat het zeer gevoelige materie betreft waarmee de synode uiterst zorgvuldig wil omgaan, zoals het moderamen in het RD laat weten, kan de toets der kritiek niet doorstaan. Voor het uiterst zorgvuldig omgaan met het voortbestaan van het kerkverband is het niet zonder meer noodzakelijk om in comité te gaan. Immers, van de synode mag worden verwacht dat zij alle aan haar toevertrouwde onderwerpen uiterst zorgvuldig behandelt. Als de zorgvuldigheid het argument is in deze, impliceert dat in feite dat onderwerpen op de synode alleen zorgvuldig zouden kunnen worden behandeld in de beslotenheid van de vergadering. Bij comité kwesties moet worden gedacht aan zaken waarbij de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen in het geding is; dan kan het gaan over bijvoorbeeld benoemingen van personen of tucht kwesties. Voor dat soort gevallen is het noodzakelijk dat de openbaarheid wijkt ter bescherming van de betrokken personen. Dan is er een strikte noodzaak, maar die is er niet als het gaat over het voortbestaan van het kerkverband hoe kwetsbaar dat onderwerp dan ook is.
Onthouden van informatie
De inbreuk op de openbaarheid houdt namelijk ook in dat leden van de kerken geen kennis kunnen nemen van de beraadslagingen en de rapporten die betrekking hebben op de toekomst van het kerkverband. Door in comité te vergaderen blijven ook de comité notulen geheim. De tijdens het beraad uitgewisselde zakelijke en objectieve argumenten worden daardoor nooit naar buiten gebracht. De assessor van het moderamen kan zelfs nog niet zeggen of er door het moderamen een persverklaring wordt uitgegeven na afloop van het geheim beraad. Kerkleden wordt daardoor informatie onthouden over het in comité besproken hoopvolle perspectief dat een oplossing zou kunnen bieden voor de grote verdeeldheid van het kerkverband. Immers, op 12 oktober 2024 heeft de synode ook al in comité over het voortbestaan van het kerkverband vergadert. Naar aanleiding van die vergadering heeft het moderamen laten weten dat de synode, nota bene unaniem, heeft ingestemd met de uitwerking van de voorstellen die in die vergadering zijn gepresenteerd. Let wel, er liggen daarmee al voorstellen ter tafel. De aard van het onderwerp op zichzelf rechtvaardigt geen inbreuk op de openbaarheid; immers, de oorzaken van de problemen over het voortbestaan van het kerkverband zijn bekend. De verdeeldheid, de aard en omvang daarvan, zijn bekend, terwijl ook de opvattingen die tot die verdeeldheid leiden bekend zijn. Als er sprake is van een hoopvol perspectief dat unaniem door de synode is aanvaard, zijn er geen objectief aanwijsbare redenen om het gesprek daarover niet in de openbaarheid voort te zetten. Als er één onderwerp is dat bij uitstek de kerken en hun leden aangaat, is dat het voortbestaan van het kerkverband. Dit onderwerp rechtvaardigt zonder meer dat alle kerkleden van het kerkverband de vergadering over dit onderwerp moeten kunnen bijwonen. En dat kan tegenwoordig ook eenvoudig door de moderne middelen die daarvoor beschikbaar zijn. En het gaat bij openbaarheid ook niet alleen maar om het afleggen van verantwoording door de afgevaardigden aan de kerken en hun leden, maar de openbaarheid is ook het middel om kerken en kerkleden bij het kerkverband te betrekken. Er is in feite op dit moment geen noodzaak om het voortbestaan van het kerkverband, het convent en samen kerk-zijn in comité te behandelen.
Misbruik bevoegdheid
De reden kan in ieder geval niet zijn dat door een openbare bespreking het hoopvolle perspectief teniet zou gaan. Dan moet de conclusie zijn dat het perspectief minder hoopvol is dan dat het moderamen heeft doen voorkomen. Juist nu de vergadering in volle omvang het er over eens is dat sprake is van een hoopvol perspectief, brengt dat met zich mee dat hoopvolle perspectief naar buiten te brengen. Dat de publieke opinie negatieve invloed kan hebben op voorstellen die een hoopvol perspectief bieden, mag evenmin reden zijn om daarom in de beslotenheid hierover verder te spreken. Dat verdraagt zich immers niet met de aard van het presbyteriaal-synodale kerkstelsel waarvan een beginsel van kerkrecht is dat meerdere vergaderingen, waaronder de generale synode, ex artikel 85 K.O. niet mogen heersen over de kerken. Als de synode ervoor kiest zonder dat daarvoor strikte noodzaak is om toch hierover in beslotenheid te vergaderen, gebruikt de synode haar bevoegdheid op een wijze waarvoor het niet bedoeld is. Dat is niet slechts theoretisch of onschuldig, want aan kerken en kerkleden wordt op die manier informatie over de voorstellen onthouden waardoor zij geen inspraak hebben in de kwestie, terwijl het hen wel direct aangaat. Ook zal het lastig, zo niet onmogelijk worden, om op adequate wijze revisie te vragen van besluiten die worden genomen over het voortbestaan van het kerkverband. Daarmee treden in feite de afgevaardigen buiten hun bevoegdheid omdat de lastgevers, zijnde de kerken, door de lasthebbers, zijnde de afgevaardigden, buitenspel worden gezet.
Aard van de kerkelijke vergadering
Niet in de minste plaats raakt het ook aan de aard van de kerkelijke vergadering die de synode is; de afgevaardigden vergaderen onder de aanroeping van de naam van de Heer en onder de leiding van Heilige Geest. Dat geeft vrijmoedigheid en het volste vertrouwen dat, nu de synode op 12 oktober 2024 perspectiefvolle voorstellen heeft geconstateerd, ook dat het werk van de Geest is en er zegen van de Heer van de kerk op die voorstellen rust. Het mag de afgevaardigden bemoedigen om in de openbaarheid de voorstellen te bespreken en daarover alles naar voren te brengen wat naar hun oordeel in het belang van de kerken is. En alles wat niet in de openbaarheid gezegd kan worden, is zonder meer ongeschikt om naar voren te brengen, terwijl alles wat enkel in de beslotenheid gezegd kan worden, omdat het niet in de openbaarheid mag komen, kan evenmin van betekenis zijn. En daarom zijn de afgevaardigden van de synode komende dinsdag geroepen om de agendapunten als convent, voortbestaan kerkverband, voortgangsrapportage Commissie Toekomst Kerkverband en samen kerk zijn, in de openbaarheid te bespreken samen met het vrijgeven van alle informatie die op deze agendapunten betrekking hebben. Juist vanwege de aard, ernst en mogelijke gevolgen van de onderwerpen, is openheid geboden. Om opnieuw met Rutgers te spreken: “Door het openbaar houden der vergaderingen wordt de belangstelling geprikkeld en het vertrouwen gesterkt.” Het kerkrecht en de kerkorde zijn er duidelijk over dat comité vergaderingen tot het minimum moeten worden beperkt, juist om de belangstelling voor en het vertrouwen in het kerkverband te bevorderen en te bewaren. De belangstelling voor de synode wordt niet geprikkeld noch wordt het vertrouwen in de synode gesterkt als zij op wanordelijke wijze in geheim beraad het voortbestaan van het kerkverband bespreekt, want onze God is geen God van wanorde, maar van vrede.
Reactie toevoegen