In de vorige Vrije-Interpretatie is uiteengezet dat Brandmr door marketingtrucs het publiek, de media maar ook de politiek op een dwaalspoor zet door te pleiten voor het aanpassen van de Verordening voor de Advocatuur. De bedoeling is dat de regels zodanig worden aangepast dat rechtsbijstandsverzekeraars en schaderegelingskantoren ook rechtsbijstand kunnen verlenen aan niet-verzekerden. De Orde haar regels zouden in strijd zijn met de mededingingsregels waardoor ten onrechte beperkingen zijn opgelegd aan rechtsbijstandsverzekeraars en schaderegelingskantoren. Brandmr framet die boodschap door te vertellen dat door die beperking rechtszoekenden advocaten mijden omdat die te duur zijn. In feite is die boodschap niet meer dan een truc om publiek, politiek en media te laten geloven dat de advocatuur de regels zo opstelt dat die de concurrentie buiten de deur zou houden.
Voorwaarden
Om tegemoet te komen aan de eisen van Brandmr heeft de Nederlandse Orde van Advocaten een experiment gelanceerd. Op deze manier is het mogelijk voor Brandmr om ook niet-verzekerden rechtsbijstand te verlenen. Brandmr voldoet niet aan de voorwaarden van het experiment. Desondanks zet Brandmr haar werkwijze voort zonder dat haar een strobreed in de weg wordt gelegd. In dit verband is de Verordening voor de Advocatuur van belang. Artikel 5.9 bepaalt:
Een advocaat kan uitsluitend de praktijk uitoefenen in dienst van:
a.een advocaat;
b.een beoefenaar van een toegelaten vrij beroep;
c.een samenwerkingsverband, zo lang is voldaan aan artikel 5.4 en artikel 5.6;
d.een praktijkrechtspersoon;
e.een verzekeraar die uitsluitend de branche rechtsbijstandsverzekering uitoefent en als zodanig voldoet aan de in de Wet op het financieel toezicht gestelde voorwaarden of een juridisch zelfstandig schaderegelingkantoor als bedoeld in artikel 4:65, eerste lid, onderdeel b, van die wet, is of een daarmee vergelijkbare instelling, zo lang is voldaan aan artikel 5.11 tot en met artikel 5.13, of paragraaf 5.5.2;
f.een organisatie met een ideële doelstelling, zolang deze voldoet aan artikel 5.10; of
g.een andere werkgever, zolang de advocaat binnen dat dienstverband uitsluitend optreedt voor die werkgever of in de groep met de werkgever verbonden rechtspersonen, en de werkzaamheden in hoofdzaak zijn gericht op de uitoefening van de rechtspraktijk.
Artikel 5.11 bepaalt dat "de advocaat in dienst van een werkgever als bedoeld in artikel 5.9, onderdeel e, kan uitsluitend optreden in die hoedanigheid ten behoeve van de werkgever of bij die werkgever verzekerden.
Dit maakt duidelijk dat de advocaat die in dienst is bij een rechtsbijstandsverzekeraar of schaderegelingskantoor uitsluitend als advocaat mag optreden ten behoeve van de werkgever zelf of de bij de werkgever verzekerden. De rechtsbijstandsverzekeraar of schaderegelingskantoor is dus de werkgever van de advocaat.
In artikel 5.16 is het experiment vastgelegd. Dat bepaalt:
In afwijking van artikel 5.11, eerste lid, kan de advocaat in dienst van een werkgever als bedoeld in art. 5.9, aanhef en onderdeel e, in die hoedanigheid ook optreden voor niet bij die werkgever verzekerden, indien:
a. het gezag over die advocaat wordt uitgeoefend door een werkgever, waarvan de meerderheid van de leden van het bestuur en de voorzitter daarvan, advocaat is;
b. in voorkomend geval een meerderheid van de aandelen van de werkgever worden gehouden door een andere rechtspersoon, de meerderheid van de leden van het bestuur en de voorzitter daarvan, advocaat is; en
c. diens werkgever zich voorafgaand als deelnemer aan het experiment bij de algemene raad heeft gemeld en daarbij alle noodzakelijke gegevens over de nakoming van de voorwaarden overlegt.
2. Als lid van het bestuur heeft tevens te gelden een rechtspersoon waarvan de meerderheid van de leden en de voorzitter daarvan, advocaat is.
Uit deze bepaling blijkt dat het experiment erop ziet dat advocaten die in loondienst zijn bij een rechtsbijstandsverzekeraar of schaderegelingskantoor onder voorwaarden ook rechtsbijstand mogen verlenen aan niet bij de werkgever verzekerden. Dat betekent dat het in dit experiment moet gaan om niet-verzekerden van de werkgever van de advocaat. Uit de nadere voorwaarden van artikel 5.16 Verordening voor de Advocatuur blijkt dat er twee situaties zijn waarbij de advocaat niet-verzekerden rechtsbijstand mag verlenen.
1. Een advocaat in loondienst bij een rechtsbijstandsverzekeraar of schaderegelingskantoor rechtsbijstand mag rechtsbijstand verlenen aan niet-verzekerden als het bestuur van de rechtsbijstandsverzekeraar of schaderegelingskantoor in meerderheid bestaat uit advocaten en de voorzitter van het bestuur ook advocaat is.
2. Een advocaat in loondienst bij een rechtsbijstandsverzekeraar of schaderegelingskantoor rechtsbijstand mag ook rechtsbijstand verlenen aan niet-verzekerden als een andere rechtspersoon de meerderheid van de aandelen heeft in de rechtspersoon van een rechtsbijstandsverzekeraar of schaderegelingskantoor als de meerderheid van het bestuur van de meerderheidsaandeelhouder uit advocaten bestaat en de voorzitter eveneens advocaat is.
Voor beide situaties is vereist dat de deelnemer aan het experiment zijnde een rechtsbijstandsverzekeraar of schaderegelingskantoor zich meldt bij de algemene raad en alle noodzakelijke gegevens overlegt betreffende de nakoming van de voorwaarden uit artikel 5.16.
In strijd met de voorwaarden
Echter, dat is niet zoals het er bij Brandmr aan toegaat. Er zijn verschillende vennootschappen; er is Brandmr Advocaten & Juristen B.V. en daarnaast bestaat Brandmr B.V.. Bij Brandmr Advocaten & Juristen B.V. zijn de advocaten in loondienst. Brandmr Advocaten & Juristen B.V. is het zelfstandig schaderegelingskantoor dat tot voor kort SRK Rechtsbijstand heette. Uit de omschrijving uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt dat deze vennootschap een zelfstandig schaderegelingskantoor is, in de zin van de wet op het Financieel toezicht, en onder andere rechtsbijstandspolissen beoordeelt. Echter, de advocaten in deze vennootschap doen geen werkzaamheden voor niet-verzekerden van Brandmr Advocaten & Juristen B.V., maar werken uitsluitend voor de klanten van Brandmr B.V.. Brandmr B.V. verleent rechtshulp en juridische diensten, zo blijkt uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel. Brandmr B.V. schakelt vervolgens advocaten van Brandmr Advocaten & Juristen B.V. in. Het resultaat is dat advocaten die werkzaam zijn voor het schaderegelingskantoor ook niet-verzekerden rechtsbijstand verlenen, maar die niet-verzekerden zijn geen klanten van Brandmr Advocaten & Juristen B.V., maar zijn zij alleen klanten van Brandmr B.V. Daarmee voldoet Brandmr B.V. niet aan de voorwaarden van het experiment en handelt zij tegelijkertijd in strijd met artikel 5.11 van Verordening voor de Advocatuur, die immers bepaalt dat advocaten in dienst bij een rechtsbijstandsverzekeraar of schadebemiddelingskantoor uitsluitend als advocaat mogen optreden ten behoeve van de werkgever of bij de werkgever verzekerden. Vaststaat dat Brandmr B.V. niet de werkgever is van de advocaten die zij voor haar diensten inschakelt. Daarmee staat vast dat niet aan de voorwaarden van het experiment wordt voldaan en het daarmee in strijd is met de Verordening voor de Advocatuur. Het is onbegrijpelijk dat de Orde van Advocaten dat toestaat dan wel toelaat.
Versluierende communicatie
De wijze waarop vervolgens Brandmr haar diensten aan de consument aanbiedt, is ondoorzichtig. In feite wordt zij op het verkeerde been gezet. Hoewel de tekst van de algemene voorwaarden die Brandmr hanteert formeel correct is, wordt er toch een verkeerde indruk gewekt. Zo bepaalt artikel 2.4. van de algemene voorwaarden versie februari 2020: “Wij schakelen geen andere rechtsbijstandsverleners in voor onze dienstverlening. Je zaak wordt dus nooit uitbesteed.” Dat suggereert dat de rechtsbijstandsverleners in dienst zijn van Brandmr B.V. maar dat is niet het geval. Artikel 3 van de algemene voorwaarden bepaalt onder het kopje “Onze advocaten en juristen”: “De advocaten en juristen die Brandmeester voor je inschakelt, werken volledig onafhankelijk". Hier staat inderdaad letterlijk dat Brandmr B.V. advocaten inschakelt, maar een argeloze consument kan dat gemakkelijk opvatten als dat de advocaten die bij Brandmr B.V. werkzaam zijn door Brandmr B.V. worden ingeschakeld, zeker in combinatie met artikel 2.4. Weliswaar maken de advocaten op de website duidelijk dat zij werkzaam zijn bij Brandmr Advocaten & Juristen B.V., maar hoe kan een consument weten dat dit een echt andere onderneming is?
Fout experiment
Afgaande op de voorwaarden van het experiment zoals die in de Verordening voor de Advocatuur zijn opgenomen en de feitelijk wijze waarop Brandmr dat experiment uitvoert en de versluierende communicatie naar consumenten, is er alle reden om dit experiment in twijfel te trekken. Er wordt niet voldaan aan de gestelde voorwaarden en het is bovendien niet transparant georganiseerd. Het lijkt erop dat Orde van Advocaten zich heeft laten inpakken door Brandmr. In ieder geval voldoende redenen voor het publiek, media, politici, en in het bijzonder de minister voor Rechtsbescherming, om Brandmr kritisch tegemoet te treden en niet klakkeloos haar verhaal te geloven. Het heeft er alle schijn van dat sprake is van een fout experiment.
Reactie toevoegen