Op 30 augustus jongstleden heeft de classis Den Haag van de Christelijke Gereformeerde Kerken onder meer het besluitgenomen “dat de band tussen de kerk van Zoetermeer en de classis gedurende de voornoemde impasse wordt opgeschort door vooralsnog de geloofsbrieven van de kerk van Zoetermeer niet meer te aanvaarden en de ambtsdragers uit de kerk van Zoetermeer derhalve vooralsnog niet met last en macht te kunnen toelaten als afgevaardigden op de classisvergadering, tot de generale synode 2024 heeft besloten inzake de revisieverzoeken ‘vrouw en ambt’, dan wel tenzij de kerkenraad op zijn besluit terugkomt”. Het besluit is in strijd met de kerkorde en in strijd is met de beginselen van gereformeerd kerkrecht en het betreft daarom dan ook een nietig besluit. Het is een besluit dat nooit genomen had mogen worden. Dit heeft tot gevolg dat men ook  zou kunnen handelen alsof het besluit nooit genomen is: het wordt geacht nooit te hebben bestaan. Het classisbesluit heeft dan ook geen rechtsgevolgen, omdat, alle aan dit besluit ten grondslag liggende constateringen en overwegingen ten spijt, sprake is van een van rechtswege nietig besluit.

 

Besluit bevat geen rechtsgrond

Weliswaar overweegt de classis onder de punten 6 en 7 van haar besluit: “dat een kerk haar plaats binnen het kerkverband heel moeilijk, zo niet onmogelijk maakt als zij zich niet voegt naar de beslissingen van meerdere vergaderingen op punten die door de kerken gezamenlijk als principieel geduid worden” en verder: “dat de generale synode van 2022 besloot uit te spreken dat kerkelijke eenheid zich nooit verdraagt met volhardend afwijken van kerkelijke besluiten (...)”, maar zij bevat geen overweging op grond waarvan de classis bevoegd zou zijn geloofsbrieven te weigeren. Die overweging ontbreekt ook in haar oordeel dat ten grondslag ligt aan haar besluit. In dat oordeel komt zij, in de punten 8 tot en met 11, niet verder dan op te merken dat: ‘de classis ’s-Gravenhage geroepen is kerkordelijk met de kerkenraad van Zoetermeer te handelen, er discrepantie bestaat tussen de ingeleverde geloofsbrieven en de handelwijze van de kerkenraad van Zoetermeer om de orde van de kerk te breken en de classicale eenheid onder grote druk te plaatsen en dat de aanvaarding van de geloofsbrieven van de kerk van Zoetermeer problematisch is, zolang de kerkenraad van Zoetermeer de effectuering van zijn besluit om zusters der gemeente te benoemen in de bijzondere ambten, niet heroverweegt’, maar het noemt geen enkele kerkordelijke bepaling waarop het classisbesluit zou zijn gebaseerd. Dat is niet erg verwonderlijk, want de kerkorde kent geen bepaling die aan een meerdere vergadering, zoals de classis, het recht geeft geloofsbrieven van afgevaardigden te weigeren. 

 

Toegangsbewijs

Voor een goed begrip is het van belang te weten dat artikel 33 K.O. bepaalt dat: “zij die naar de meerdere vergaderingen worden afgevaardigd, behoren hun geloofsbrieven en instructies, ondertekend door hen die ze hebben afgevaardigd, mede te brengen”. Het door de afgevaardigden meebrengen van de geloofsbrief, die vermoedelijk vaker lastbrief wordt genoemd, geschiedt in de praktijk anders doordat de kerkenraad, ruimschoots voorafgaande aan een classisvergadering,  in zijn vergadering besluit wie namens de plaatselijke kerk naar de classisvergadering worden afgevaardigd. De scriba van de plaatselijke kerkenraad stuurt vervolgens een lastbrief naar de roepende kerk; in die lastbrief verklaart de kerkenraad dat zijn afgevaardigden last en macht hebben om namens de plaatselijke kerk ter vergadering, op grond van Gods Woord, de aangenomen Formulieren van Enigheid, Dordtse kerkorde en verdere Synodale bepalingen van de kerken, alles te besluiten en uit te voeren, wat tot het werk van die vergadering behoort. Verder bepaalt artikel 41 K.O. dat “een classicale vergadering bestaat uit de kerken van het classicaal ressort, die elk een dienaar des Woords en een ouderling, voorzien van deugdelijke geloofsbrieven, afvaardigen”. Uit beide bepalingen, in onderlinge samenhang bezien, volgt dat  geloofsbrieven essentieel zijn. Zo wijst Professor Rutgers in zijn commentaar op artikel 33 K.O. erop dat de geloofsbrieven tot de hoofdzaak van de meerdere vergaderingen behoren, omdat zij het toegangsbewijs zijn tot de classisvergadering. Rutgers wijst erop dat de geloofsbrieven aangeven dat de kerken zelf in de classisvergadering vertegenwoordigd zijn. Daarom moeten die geloofsbrieven bij de aanvang worden onderzocht. Uit zowel de kerkordelijke bepalingen zelf als ook uit de aard van de geloofsbrieven blijkt dat geloofsbrieven niet kunnen en hoeven te worden aanvaard door de classicale vergadering, omdat het onderzoek van de geloofsbrieven niet tot de bevoegdheid van de classis behoort, maar een bevoegdheid is van de roepende kerk, terwijl bovendien het onderzoek door de roepende kerk van de geloofs- of lastbrieven slechts vaststellend van aard is. Als de volmacht en de gevolmachtigde met elkaar corresponderen, is daarmee de bevoegdheid om aan de classicale vergadering deel te nemen gegeven; dat volgt uit artikel 41 K.O.. Nu de kerkorde, zonder enig voorbehoud, bepaalt dat kerken die tot het classicale ressort behoren gerechtigd zijn afgevaardigden naar de classicale vergadering te sturen, staat het een roepende kerk, maar ook de classisvergadering, niet vrij een afgevaardigde van een bepaalde kerk in het ressort te weigeren. Immers, als een roepende kerk of classisvergadering zich die bevoegdheid aanmatigt, handelt zij in strijd met de kerkorde, in het bijzonder de artikelen 41 en 85 K.O.. Deze artikelen staan er namelijk aan in de weg dat een roepende kerk of classis kan besluiten om een plaatselijke kerk zijn bij de wederkerige overeenkomst gegeven rechten op deelname aan een classisvergadering te ontnemen. Immers, de kerkorde kent geen uitzonderingen op artikel 41 K.O. terwijl ook anderszins er geen bevoegdheid aan de roepende kerk of classis is gegeven om kerken de toegang tot de classisvergadering te ontzeggen. Artikel 85 K.O. verbiedt bovendien dat kerken over elkaar heersen. Als classiskerken tijdelijk de toegang te weigeren van een kerk, dan heersen zij  over die kerk, omdat zij zonder bevoegdheid die kerk uitsluiten van een classisvergadering.

 

Buitenproportioneel en ondoordacht

Daar komt nog bij dat door deze maatregel een plaatselijke kerk, dus de gemeenschap van broeders en zusters die tot het kerkverband behoren, wordt uitgesloten van deelname aan een classisvergadering. Waar het classisbesluit zelf spreekt geroepen te zijn om als classis ’s-Gravenhage kerkordelijk met de kerkenraad van Zoetermeer te handelen, strekt dit besluit veel verder dan dat. Het besluit ziet eraan voorbij dat ter classisvergadering niet de kerkenraad vertegenwoordigd is, maar de plaatselijke kerk, de plaatselijke gemeente derhalve. Daarmee wordt niet alleen gehandeld tegen de kerkenraad, maar tegen de gemeenteleden die behoren tot de plaatselijke kerk, in dit geval de plaatselijke kerk van Zoetermeer. Deze broeders en zusters zelf zijn nooit vermaand of anderszins aangesproken door de classis Den Haag, maar worden wel rechtstreeks in hun belangen getroffen, omdat hun kerk tijdelijk niet vertegenwoordigd is in de classisvergadering. Daarmee is sprake van een buitenproportioneel en ondoordacht besluit. Het wekt de indruk van kerkelijke powerplay die de classis speelt, om een kerkenraad te dwingen tot nakoming van kerkelijke besluiten. Die dwang gaat verder dan vermaan en is in strijd met de beginselen van gereformeerd kerkrecht. In dit verband schrijft Prof. Greijdanus in zijn ’Schriftbeginselen van kerkrecht inzake meerdere vergaderingen’ in scherpe bewoordingen: ‘De kerk is als lichaam wel een geestelijke eenheid over het rond van de aarde en in elk land en in elke landstreek, maar daarom nog niet een georganiseerde, ambtelijke geïnstitueerde, eenheid, waarvan de plaatselijke kerken afdelingen zouden zijn. Ten opzichte van elkaar zijn de plaatselijke geinstitueerde kerken zelfstandig, onafhankelijk, zonder recht van heerschappij over elkaar, wel alle staande onder Goddelijke verplichting om met elkaar in geordend verband te treden en in behoorlijke samenwerking te leven, maar zonder recht om de ene de andere tot nakoming van die verplichting te dwingen, ook al zou dit laatste mogelijk zijn. Het verband van de kerken rust aan de kant van de kerken louter in wederzijdse overeenkomst, vrijwillige aaneensluiting, consensus mutuus. Van Gods kant is er wel een verplichting, wanneer dat verband mogelijk is. Maar ten opzichte van elkaar zijn de plaatselijke kerken vrij, en heeft dit verband geen andere rechten dan de kerken vrijwillig bij het aangaan van dat verbond over en weer geven of op zich nemen. En zodra dat verband, of kerken in dit verband, of meerdere vergaderingen van dat verband, verder gaan dan de bij dat verband gegeven of verkregen rechten, matigen zij zich aan wat niet het hare is, handelen zij revolutionair tegen de kerken en tegen God, en is er bij haar in dezen niets dan menselijke arrogantie en zelfverheffing”.  

 

Geen precedentwerking

Het besluit mag dan ook geen precedentwerking krijgen en nog minder mag het besluit tot kerkrechtelijke norm worden verheven. De kerkorde kent namelijk geen bepaling die voorziet in de mogelijkheid dat een meerdere vergadering rechten van plaatselijke kerken opschort door de geloofsbrieven van de afgevaardigden niet te aanvaarden. Daarmee doet de classis Den Haag precies hetzelfde als zij Zoetermeer verwijt, namelijk eigenmachtig handelen. Die handelwijze leidt er niet toe dat de kerkelijke problemen worden opgelost; integendeel, het is een onverstandig besluit dat tot willekeur en machtsmisbruik leidt. Dat is, om het met de woorden van dr. Bert Loonstra te zeggen in zijn blog: Een heilloos besluit van de classis ’s-Gravenhage in de CGK, een heilloos besluit, omdat het onduidelijk, onrechtvaardig, ongeoorloofd en onbesuisd is. Daarmee wordt in ieder geval de vrede in de kerken niet gediend. En hoewel haar besluit nietig is, doet de classis Den Haag er toch  verstandig aan dit besluit zo snel mogelijk te herroepen om verdere wanorde te voorkomen en om daarmee de vrede te bewaren en te bevorderen; dat is meer passend, want onze God is geen God van wanorde, maar van vrede.   

 

 

Subscribe for updates on all content.

Protected by Spam Master

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
Protected by Spam Master

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
Protected by Spam Master